In dit gedeelte worden de procedures beschreven voor het controleren van de instellingen van de Bluetooth-eenheid op het LCD-scherm van de printer ter voorbereiding voor het afdrukken via Bluetooth.
Canon IJ-printers met een Bluetooth-interface kunnen worden onderverdeeld in twee typen: het ene is uitgerust met een grafisch LCD-scherm, het andere heeft een tekst-LCD-scherm.
Raadpleeg Afdrukken via Bluetooth instellen voor meer informatie over de Bluetooth-instellingen.
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
Sluit de Bluetooth-eenheid aan.
Raadpleeg Aansluiten op en loskoppelen van de printer voor informatie over het aansluiten van de Bluetooth-eenheid.
Geef het scherm Bluetooth-instellingen (Bluetooth settings) (grafisch LCD)/Bluetooth-instell. (Bluetooth settings) (tekst-LCD) weer op het LCD-scherm.
Raadpleeg De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm voor informatie over het weergeven van het scherm Bluetooth-instellingen (Bluetooth settings) (grafisch LCD)/Bluetooth-instell. (Bluetooth settings) (tekst-LCD).
Als het scherm Bluetooth-instellingen (Bluetooth settings) (grafisch LCD)/Bluetooth-instell. (Bluetooth settings) (tekst-LCD) niet wordt weergegeven op het LCD-scherm, is de Bluetooth-eenheid mogelijk niet goed aangesloten. Koppel de Bluetooth-eenheid los van de printer en sluit deze opnieuw aan.
Raadpleeg Aansluiten op en loskoppelen van de printer voor meer informatie.
Als het scherm Bluetooth-instellingen (Bluetooth settings) (grafisch LCD)/Bluetooth-instell. (Bluetooth settings) (tekst-LCD) nog niet wordt weergegeven, is de Bluetooth-eenheid mogelijk defect. Neem in dat geval contact op met het servicecentrum.
Selecteer Apparaatnaam selecteren (Select device name) (grafisch LCD)/Apparaatnaam (Device name) (tekst-LCD).
Het scherm Apparaatnaam selecteren (Select device name) (grafisch LCD)/Apparaatnaam (Device name) (tekst-LCD) wordt weergegeven.
Controleer de apparaatnaam.
De apparaatnaam is nodig om de printer als een Bluetooth-apparaat te registreren. Zorg ervoor dat u de apparaatnaam noteert.
Als meerdere printers met dezelfde modelnaam op het systeem zijn aangesloten, raden we u aan om elke printer een andere apparaatnaam te geven zodat u de printer die u gaat gebruiken sneller kunt identificeren. Raadpleeg Het scherm Apparaatnaam selecteren (Select device name) (grafisch LCD)/Apparaatnaam (Device name) (tekst-LCD).
Om de instelling te voltooien, drukt u op de printer op OK nadat u de apparaatnaam hebt gecontroleerd.
Registreer de printer op uw computer via het LCD-scherm nadat u de Bluetooth-instellingen hebt gecontroleerd.
Naar boven |