Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 5

Verstoort de firewallfunctie van de beveiligingssoftware of het besturingssysteem van de computer het instellen van de netwerkcommunicatie?

De firewallfunctie van de beveiligingssoftware of het besturingssysteem van de computer kan de communicatie tussen het apparaat en de computer beperken. Controleer de instelling van de firewallfunctie van de beveiligingssoftware of het besturingssysteem, of het bericht dat op de computer wordt weergegeven.

Als de firewallfunctie het instellen verstoort:

  • Als het bericht wordt weergegeven op de computer:

    Als op de computer een waarschuwing wordt weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang wordt toegestaan.

    Klik daarna op Opnieuw detecteren (Redetect) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings).

    Wanneer het apparaat wordt gedetecteerd, volgt u de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met het instellen van de netwerkcommunicatie.

  • Als het bericht niet wordt weergegeven op de computer:

    Annuleer het instellen en stel de beveiligingssoftware zo in dat toegang tot het netwerk door Canon-software* is toegestaan.

    * Selecteer win > Driver > DrvSetup in de installatie-cd-rom en stel vervolgens de beveiligingssoftware zo in dat het bestand Setup.exe of Setup64.exe toegang heeft tot het netwerk.

    Nadat u de beveiligingssoftware hebt ingesteld, probeert u de netwerkcommunicatie vanaf het begin in te stellen.

Opmerking

  • Raadpleeg de instructiehandleiding van de computer of software of neem contact op met de fabrikant voor de firewallinstellingen van het besturingssysteem of de beveiligingssoftware.

Als er een probleem is met de firewallinstellingen:

Ga naar controle 6.

Kan het apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 6