Geen toegang tot de kaartsleuf vanwege beveiligingsinstellingen op de computer

  1. Controle 1 Controleer of Lees-/schrijfkenmerk (Read/write attribute) in Gebruikersinstellingen apparaat (Device user settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) is ingesteld op Beschrijfbaar van LAN-pc (Writable from LAN PC).

    Gebruikersinstellingen apparaat

  2. Controle 2 Controleer of de geheugenkaart in de kaartsleuf is geplaatst.

  3. Controle 3 Als u de kaartsleuf van de printer via een netwerk met meerdere computers wilt delen, moet u Delen geheugenkaart instellen (Set memory card sharing) bij Andere instellingen (Other settings) in LAN-instellingen (LAN settings) onder Apparaatinstellingen (Device settings) instellen op Inschakelen (Enable).

    LAN-instellingen

  4. Controle 4 Schakel de functie Windows Firewall uit of open poort 137:139 om communicatie met het apparaat mogelijk te maken volgens de onderstaande procedure.

    Voor meer informatie over andere beveiligingssoftware, raadpleegt u de handleiding bij de betreffende software of de fabrikant van deze software.

    Belangrijk

    • Als u de firewallfunctie hebt uitgeschakeld, moet u de verbinding tussen uw netwerk en internet verbreken. U kunt dit doen door uw toegangspunt of router zodanig te configureren dat er geen verbinding wordt gemaakt met internet of een WAN.

    • De Windows-firewall uitschakelen:

      • Als u Windows 8 of Windows 7 gebruikt:

        1. Selecteer Windows Firewall zoals hieronder aangegeven.

          • Selecteer in Windows 8 het Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Systeem en beveiliging (System and Security) > Windows Firewall.

          • In Windows 7 klikt u op Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Systeem en beveiliging (System and Security) > Windows Firewall.

        2. Klik op Windows Firewall in- of uitschakelen (Turn Windows Firewall on or off).

        3. Selecteer Windows Firewall uitschakelen (Turn off Windows Firewall).

      • Als u Windows Vista of Windows XP gebruikt:

        1. Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven.

          • Klik in Windows Vista op Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Beveiliging (Security) > Windows Firewall > Instellingen wijzigen (Change settings).

          • Klik in Windows XP op Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Beveiligingscentrum (Security Center) > Windows Firewall.

        2. Selecteer Uit (Off) en klik op OK.

    • Poort 137:139 openen:

      • Als u Windows 8 of Windows 7 gebruikt:

        1. Selecteer Windows Firewall zoals hieronder aangegeven.

          • Selecteer in Windows 8 het Configuratiescherm (Control Panel) via de charm Instellingen (Settings) in Bureaublad (Desktop) > Systeem en beveiliging (System and Security) > Windows Firewall.

          • In Windows 7 klikt u op Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Systeem en beveiliging (System and Security) > Windows Firewall.

        2. Klik op Geavanceerde instellingen (Advanced settings).

          Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven, klikt u op Ja (Yes).

        3. Klik met de rechtermuisknop op Regels voor binnenkomende verbindingen (Inbound Rules) en selecteer Nieuwe regel (New Rule).

          Als u regels voor uitgaande verbindingen wilt instellen, klikt u met de rechtermuisknop op Regels voor uitgaande verbindingen (Outbound Rules).

        4. Selecteer Poort (Port) en klik op Volgende (Next).

        5. Selecteer TCP en Specifieke lokaal: (Specific local ports:), voer '137' in en klik op Volgende (Next).

          Als u UDP-poorten opent, selecteert u UDP.

          Als u andere poorten opent, geeft u de poortnummers hiervan op in Specifieke lokale poorten: (Specific local ports:).

        6. Selecteer De verbinding toestaan (Allow the connection) en klik op Volgende (Next).

        7. Kies het profiel waarvoor deze regel van toepassing is en klik op Volgende (Next).

        8. Voer een naam en beschrijving in en klik op Voltooien (Finish).

        9. Herhaal de stappen 3 tot en met 8 om de andere poorten te openen (138TCP, 138UDP, 139TCP en 139UDP).

        10. Controleer of de poortnamen zijn toegevoegd in het venster Regels voor binnenkomende verbindingen (Inbound Rules) en sluit Windows Firewall.

      • Als u Windows Vista of Windows XP gebruikt:

        1. Selecteer items in het menu Start zoals hieronder wordt aangegeven.

          • Klik in Windows Vista op Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Beveiliging (Security) > Windows Firewall > Instellingen wijzigen (Change settings).

          • Klik in Windows XP op Start > Configuratiescherm (Control Panel) > Beveiligingscentrum (Security Center) > Windows Firewall.

        2. Klik op de tab Uitzonderingen (Exceptions) en klik op Poort toevoegen (Add port).

        3. Geef in het venster Poort toevoegen (Add a Port) de volgende gegevens op en klik op OK.

          Naam (Name): voer een naam voor de poort in.

          Poortnummer (Port number): geef '137' op.

          Protocol: selecteer TCP.

        4. Herhaal de stappen 2 en 3.

          Geef in het venster Poort toevoegen (Add a Port) dezelfde gegevens op als u hebt opgegeven in stap 3, maar selecteer UDP bij Protocol.

        5. Herhaal de stappen 2 tot en met 4 om de andere poorten te openen (138TCP, 138UDP, 139TCP en 139UDP).

        6. Controleer of de poortnamen zijn toegevoegd op het tabblad Uitzonderingen (Exceptions) en klik op OK.

  5. Controle 5 Wijzig de naam van de werkgroep in 'WERKGROEP' volgens onderstaande procedure.

    Opmerking

    • Het wijzigingen van de werkgroepnaam kan van invloed zijn op het netwerk. Vraag daarom of de beheerder de naam wil wijzigen.

    1. Geef het venster Systeemeigenschappen (System properties) weer dat hieronder wordt weergegeven.

      • In Windows 8 selecteert u het pictogram Verkenner (Explorer) in de Taakbalk (Taskbar) op het Bureaublad (Desktop). Klik vervolgens met de rechtermuisknop op Computer in de lijst aan de linkerkant en selecteer Eigenschappen (Properties). Klik ten slotte op Instellingen wijzigen (Change settings).

      • Klik in Windows 7 of Windows Vista met de rechtermuisknop op Computer, selecteer Eigenschappen (Properties) en klik op Instellingen wijzigen (Change settings).

      • Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Deze computer (My Computer) en selecteer Eigenschappen (Properties).

    2. Klik op de tab Computernaam (Computer Name) en klik op Wijzigen (Change).

    3. Wijzig de naam van de werkgroep in 'WERKGROEP' en klik op OK.

  6. Controle 6 Koppel het netwerkstation voor de kaartsleuf los en wijs dit opnieuw toe volgens de hieronder beschreven procedure.

    1. Selecteer Netwerkverbinding verbreken (Disconnect Network Drive) zoals hieronder wordt aangegeven.

      • Selecteer in Windows 8 het pictogram Verkenner (Explorer) in de Taakbalk (Taskbar) op het Bureaublad (Desktop), klik met de rechtermuisknop op Computer in de lijst aan de linkerkant en selecteer Netwerkverbinding verbreken (Disconnect Network Drive).

      • Klik in Windows 7 of Windows Vista met de rechtermuisknop op Computer en selecteer Netwerkverbinding verbreken (Disconnect Network Drive).

      • Klik in Windows XP met de rechtermuisknop op Deze computer (My Computer) en selecteer Netwerkverbinding verbreken (Disconnect Network Drive).

    2. Selecteer het netwerkstation dat u wilt loskoppelen en klik op OK.

    3. Wijs de kaartsleuf opnieuw toe met IJ Network Tool.

      De kaartsleuf gebruiken via een netwerk