LCD en bedieningspaneel
U kunt een functie zoals kopiƫren of scannen kiezen via het HOME-scherm op het LCD-scherm.
Het scherm HOME bestaat uit drie schermen. U kunt de knop of (A) gebruiken om tussen de schermen te schakelen.
Als u een menu wilt selecteren, drukt u op de linker, middelste of rechter Functie (Function)-knop (B).
In het menuscherm of het instellingenscherm gebruikt u de knop , , of (C) om een item of optie te selecteren en vervolgens drukt u op de knop OK (D) om door te gaan met de procedure.
Druk op de knop Terug (Back) (E) om terug te keren naar het vorige scherm.
De Functie (Function)-knoppen gebruiken
Het functiemenu (F) wordt waar nodig onderaan op het LCD-scherm weergegeven. Als u een functie in een functiemenu wilt gebruiken, drukt u op de overeenkomstige Functie (Function)-knop (G), (H) of (I).
Het aantal functiemenu's en hun opties verschillen per scherm. Bekijk de functiemenu's die onder aan het scherm worden weergegeven en selecteer vervolgens het gewenste menu.
Voorbeeld: het scherm bij Scannen (Scan)
-
(G) Druk op de linker Functie (Function)-knop om Opsl/Doorst. (Save/Forward) te selecteren. Het scherm waarin u kun selecteren waar de gescande fotogegevens worden opgeslagen of waarnaar u deze wilt doorsturen, wordt weergegeven.
-
(H) Druk op de middelste Functie (Function)-knop. Het scherm Plaatsing document (Document setting) wordt weergegeven.
-
(I) Druk op de rechter Functie (Function)-knop om Scaninstelling. (Scan settings) te selecteren. Het scherm met scaninstellingen wordt weergegeven.