Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 4
Is het apparaat verbonden met de router?
Controleer met het bedieningspaneel van het apparaat of het apparaat is verbonden met de router.
Selecteer Instellen (Setup) op het HOME-scherm en selecteer vervolgens Apparaatinstellingen (Device settings) > LAN-instellingen (LAN settings) > LAN-instellingen bevestigen (Confirm LAN settings) > Lijst LAN-instellingen (LAN setting list).
Controleer of Verbinding (Connection) op het aanraakscherm is ingesteld op Actief (Active).
Als Verbinding (Connection) is ingesteld op Inactief (Inactive):
Het apparaat is niet verbonden met de router. Verbind het apparaat met de router.
Klik op Terug naar boven (Back to Top) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om te proberen de netwerkcommunicatie vanaf het begin in te stellen.
Als Verbinding (Connection) is ingesteld op Actief (Active):
Ga naar controle 5.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 5