Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 6
Controleer de instellingen van het toegangspunt.
Controleer de instellingen van het toegangspunt voor de netwerkverbinding, zoals IP-adresfiltering, MAC-adresfiltering of de DHCP-functie.
Zorg ervoor dat het radiokanaal van het toegangspunt en het radiokanaal dat aan het apparaat toegewezen is, hetzelfde zijn.
Raadpleeg de instructiehandleiding die bij het toegangspunt is geleverd of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over het controleren van de instellingen van het toegangspunt.
Nadat u de instellingen van het toegangspunt hebt gecontroleerd, klikt u op Opnieuw detecteren (Redetect) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings).
Wanneer het apparaat wordt gedetecteerd, volgt u de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met het instellen van de netwerkcommunicatie.
Als het probleem niet is opgelost, schakelt u het selectievakje Netwerkverbinding instellen via USB (Set up the network connection via USB) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) in en klikt u op Volgende (Next) om de netwerkcommunicatie in te stellen via USB.