naar hoofdtekst gaan

Controleraster voor de spuitopeningen bekijken

Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop.

  1. Controleer of er horizontale strepen voorkomen in raster (A) en raster (B).

    C: Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt

    Als er horizontale strepen voorkomen in raster A:

    Reinig de spuitopeningen van inktgroep 1 (PC, Y, M, R of PM).

    Selecteer de inktgroep die u wilt reinigen met de computer.

    D: Goed

    E: Niet goed (horizontale strepen aanwezig)

    Als er horizontale strepen voorkomen in raster B:

    Reinig de spuitopeningen van inktgroep 2 (GY, PBK, C, CO of MBK).

    Selecteer de inktgroep die u wilt reinigen met de computer.

    Opmerking

    • Omdat CO-inkt kleurloos is, wordt het raster ervoor afgedrukt over het raster voor de MBK-inkt. Let op horizontale strepen (F) in de donkergrijze banen van het raster.

    Als er horizontale strepen voorkomen in zowel raster A als raster B:

    U moet de spuitopeningen van alle inktkleuren reinigen.

    Vanaf de printer

    Vanaf de computer

Opmerking

  • Op de afdruk van het controleraster voor de spuitopeningen wordt het totale aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt weergegeven in stappen van 50 vellen.