Voordat u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt
Als u het apparaat met de toegangspuntmodus wilt gebruiken, moet u eerst de naam van het toegangspunt van het apparaat en de beveiligingsinstelling opgeven.
Instellingsprocedure als u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt
-
Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup).
-
Tik op Apparaatinstellingen (Device settings).
-
Tik op LAN-instellingen (LAN settings).
-
Tik op Andere instellingen (Other settings).
-
Tik op Instellingen toegangspuntmodus (Access point mode settings).
Het scherm voor het opgeven van de naam van het toegangspunt wordt weergegeven.
-
Tik op het aanraakscherm.
-
Geef de naam van het toegangspunt op.
Geef de naam van het toegangspunt op als u het apparaat als een toegangspunt gebruikt.
-
Tik op Toepass. (Apply) om het opgeven van de naam te voltooien.
-
Tik op OK om het opgeven van de naam van het toegangspunt te voltooien.
-
Selecteer de beveiligingsinstelling.
- Uitschakelen (Disable)
-
Hiermee voltooit u de instellingen voor het toegangspunt zonder de beveiligingsinstelling op te geven.
- WPA2-PSK (AES)
-
Hiermee geeft u de beveiligingsinstelling op waarmee WPA2-PSK (AES) wordt toegepast. Ga door naar de volgende stap als het scherm voor het opgeven van de wachtwoordzin wordt weergegeven.
-
Tik op het aanraakscherm.
-
Geef de wachtwoordzin op.
-
Tik op Toepass. (Apply) om het opgeven van de wachtwoordzin te voltooien.
-
Tik op OK om het opgeven van instelling van de wachtwoordzin te voltooien.
Voor meer informatie over afdrukken of scannen met de toegangspuntmodus:
Beperkingen bij het gebruik van de toegangspuntmodus
Als u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt, moet u met het volgende rekening houden.
-
Er kunnen maximaal 5 externe apparaten (bijv. smartphone) met het apparaat worden verbonden.
-
Terwijl u het apparaat met de toegangspuntmodus gebruikt, kunt u de volgende bewerkingen niet uitvoeren.
-Bewerkingen waarbij het bedieningspaneel van het apparaat wordt gebruikt (bijv. kopiƫren of scannen)
-Bewerkingen die noodzakelijk zijn om het apparaat met internet te verbinden
-De netwerkinstellingen van het apparaat wijzigen of de netwerkinstellingen weergeven