Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop.
Controleer het raster op ontbrekende lijnen (C) en de aanwezigheid van horizontale witte strepen (D).
(A) Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale witte strepen
(B) Lijnen ontbreken/er zijn horizontale witte strepen aanwezig
(E) Aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt
Selecteer het raster in het bevestigingsscherm dat het dichtst in de buurt komt van het controleraster voor de spuitopeningen dat u hebt afgedrukt.
Voor (A) (geen ontbrekende lijnen of geen horizontale witte strepen) in zowel raster (C) als raster (D):
(1) De reiniging is niet vereist. Tik op Alle A (All A).
(2) Bevestig het bericht en tik op OK.
Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt opnieuw weergegeven.
Opmerking
Raak de knop HOME aan om het menu Instellen (Setup) te sluiten en het HOME-scherm weer te geven. |
Voor (B) (lijnen ontbreken of er zijn horizontale witte strepen aanwezig) in raster (C) of raster (D), of in beide rasters:
(1) De reiniging is vereist. Tik op Ook B (Also B).
Het bevestigingsscherm met reinigingsinformatie wordt weergegeven.
(2) Tik op Ja (Yes).
Het apparaat start de reiniging van de printkop.
Opmerking
Op de afdruk van het controleraster voor de spuitopeningen wordt het totale aantal vellen dat tot nog toe is afgedrukt weergegeven in stappen van 50 vellen. |
Naar boven |