naar hoofdtekst gaan

Bedieningspaneel

* Ter illustratie branden alle lampjes op het bedieningspaneel in de onderstaande afbeelding.

(1) Knop AAN (ON)/AAN/UIT (POWER)-lampje

Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet.

(2) Knop HOME

Wordt gebruikt om het scherm HOME weer te geven.

(3) LCD (Liquid Crystal Display)
Hierop worden berichten, menu-items en de werkingsstatus weergegeven.
(4) + --knoppen
Hiermee geeft u het aantal exemplaren op dat u wilt kopiëren of afdrukken.
(5) Knop Zwart (Black)
Hiermee start u kopiëren, scannen en dergelijke in zwart-wit.
(6) Knop Kleur (Color)
Hiermee start u kopiëren, scannen enzovoort in kleur.
(7) Knop Stoppen (Stop)
Hiermee annuleert u een actieve afdruk-, kopieer- of scantaak.
(8) Alarm-lampje
Wanneer er een fout optreedt, knippert of brandt dit lampje.
(9) De knoppen Omhoog, Omlaag, Links en Rechts

Wordt gebruikt om een menu of instelling te selecteren.

(10) Knop OK
Hiermee voltooit u de selectie van een menu- of instellingsitem. Deze knop wordt ook gebruikt om een fout op te lossen.
(11) Knop Terug (Back)
Hiermee keert u terug naar het vorige scherm op het LCD-scherm.
(12) Functie (Function)-knoppen

Worden gebruikt om de menu's op het scherm HOME te selecteren of om een functiemenu te selecteren dat onder in het LCD-scherm wordt weergegeven.

(13) Wi-Fi-lampje

Dit lampje brandt of knippert om de status van het draadloze LAN aan te geven.

Lampjes:
Verbinding met draadloos LAN is ingeschakeld.
Knippert:
Bezig met afdrukken of scannen via een draadloos LAN. Dit lampje knippert ook tijdens de configuratie van een draadloze LAN-verbinding.