naar hoofdtekst gaan

Informatie over Stille instelling

Hiermee schakelt u deze functie in als u het geluidsniveau van het apparaat wilt beperken, bijvoorbeeld wanneer u 's nachts afdrukt. Bovendien kunt u de tijdsduur opgeven voor het verminderen van het geluid van het apparaat.

Belangrijk

Volg de onderstaande procedure om de instellingen op te geven.

  1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.

  2. Selecteer Stille instelling (Quiet setting) op het HOME-scherm.

    LCD en bedieningspaneel

  3. Gebruik de knop OMHOOGOMLAAG om Stille modus gebruiken (Use quiet mode) of Gebruiken tijdens opgegev. tijden (Use during specified hours) te selecteren en druk vervolgens op de knop OK.

    • Wanneer Stille modus gebruiken (Use quiet mode) is geselecteerd:

      Het bevestigingsscherm wordt weergegeven, waarna het pictogram wordt weergegeven als het menupictogram Stille instelling (Quiet setting).

    • Wanneer Gebruiken tijdens opgegev. tijden (Use during specified hours) is geselecteerd:

      Het scherm Stille tijden (Quiet hours) wordt weergegeven.

      afbeelding: LCD-scherm

      Gebruik de knop LINKSRECHTS om de cursor onder de gewenste positie te plaatsen, gebruik de numerieke toetsen om de begintijd in te voeren en druk vervolgens op de knop OK.

      U kunt het uur opgeven tussen 0 en 24.

      Daarna wordt het scherm weergegeven waarin u de begin- en eindtijd kunt opgeven. Voer op dezelfde manier de eindtijd in en druk daarna op de knop OK.

      U kunt het geluid van de printer verminderen tijdens de opgegeven tijden.

      Het bevestigingsscherm wordt weergegeven, waarna het pictogram wordt weergegeven als het menupictogram Stille instelling (Quiet setting).

    Belangrijk

    • De werkingssnelheid kan lager zijn dan wanneer de stille modus niet is geselecteerd.

    • Deze functie is mogelijk minder effectief, afhankelijk van de instellingen van het apparaat. Bovendien worden bepaalde geluiden niet verminderd, zoals wanneer het apparaat wordt voorbereid op afdrukken.

    Opmerking

    • U kunt de stille modus instellen vanuit het bedieningspaneel van het apparaat, het printerstuurprogramma of ScanGear (scannerstuurprogramma). Wat u ook gebruikt om de stille modus in te zetten, de modus wordt toegepast als u bewerkingen uitvoert vanuit het bedieningspaneel van het apparaat of als u afdrukt of scant vanaf de computer.