naar hoofdtekst gaan

De inktstatus controleren met de inktlampjes

  1. Zorg dat de printer is ingeschakeld en open voorzichtig de voorklep.

  2. Open de bovenklep.

  3. Controleer het inktlampje.

    Sluit de bovenklep nadat u de status van de inktlampjes hebt gecontroleerd.

    • Het inktlampje brandt.

      De inkttank is correct geplaatst.

    • Het inktlampje knippert.

      Langzaam knipperen (ongeveer om de 3 seconden)

      ...... Herhaalt

      De inkttank is bijna leeg. Bereid een nieuwe inkttank voor.

      Opmerking

      • Als u afdrukt op papier van A3-formaat of groter, kan de inkt opraken tijdens het afdrukken. Dit kan leiden tot wazige afdrukken of horizontale witte strepen.

      Snel knipperen (ongeveer om de 1 seconde)

      ...... Herhaalt

      - De inkttank is in de verkeerde positie geplaatst.

      Of

      - De inkt is op.

      Plaats de inkttank op de juiste manier, zoals wordt aangegeven op het label van de printkophouder. Als de positie juist is, maar het lampje knippert, is er een fout opgetreden en kan de printer niet afdrukken. Controleer het Alarm-lampje op de printer.

    • Het inktlampje is uit.

      De inkttank is niet goed geplaatst of de functie voor het detecteren van de resterende hoeveelheid inkt is uitgeschakeld. Als de inkttank niet stevig op zijn plaats zit, controleert u of het oranje beschermkapje van de onderzijde van de inkttank is verwijderd en drukt u daarna op de bovenkant van de inkttank totdat de inkttank op zijn plaats klikt.

      Als het inktlampje nog steeds niet brandt nadat de inkttank opnieuw is geplaatst, is er een fout opgetreden en kan de printer niet afdrukken. Controleer het Alarm-lampje op de printer.

Opmerking