Controle 1: Hebt u de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit gecontroleerd?
Controle 2: Lijn de printkop uit.
Als de afgedrukte lijnen niet evenwijdig zijn of als u niet tevreden bent over de afdrukresultaten, dient u de positie van de printkop aan te passen.
Als het probleem niet is opgelost na het uitlijnen van de printkop, voert u een handmatige uitlijning van de printkop uit aan de hand van de aanwijzingen in De printkop handmatig uitlijnen.
Controle 3: verhoog de afdrukkwaliteit en probeer opnieuw af te drukken.
Stel de afdrukkwaliteit hoger in op het bedieningspaneel van het apparaat of in het printerstuurprogramma. Hierdoor kunnen de afdrukresultaten verbeteren.
Naar boven |