Controleer met het bedieningspaneel van het apparaat of het apparaat is verbonden met de router.
Druk op de knop MENU en selecteer daarna Instellen (Setup) > Apparaatinstellingen (Device settings) > LAN-instellingen (LAN settings) > LAN-instellingen bevestigen (Confirm LAN settings) > Lijst LAN-instellingen (LAN setting list).
Zorg ervoor dat Verbinding (Connection) in het LCD-scherm is ingesteld op Actief (Active).
Het apparaat is niet verbonden met de router. Verbind het apparaat met de router.
Klik op Terug naar boven (Back to Top) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om te proberen de netwerkcommunicatie vanaf het begin in te stellen.
Ga naar controle 5.
Kan het apparaat niet detecteren via bedrade LAN: controle 5
Naar boven |