NR018M

Kan het apparaat niet detecteren via het draadloze LAN: controle 4

Is het apparaat verbonden met het toegangspunt?

Controleer met het bedieningspaneel van het apparaat of het apparaat verbinding heeft met het toegangspunt.

Druk op de knop MENU en selecteer daarna Instellen (Setup) > Apparaatinstellingen (Device settings) > LAN-instellingen (LAN settings) > LAN-instellingen bevestigen (Confirm LAN settings) > Lijst instellingen draadl. LAN (WLAN setting list).

Zorg ervoor dat Verbinding (Connection) in het LCD-scherm is ingesteld op Actief (Active).

afbeelding: LCD-scherm

Als Verbinding (Connection) is ingesteld op Inactief (Inactive):

Het apparaat is mogelijk te ver van het toegangspunt geplaatst. Plaats het apparaat tijdelijk in de buurt van het toegangspunt en klik daarna op Opnieuw detecteren (Redetect) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings).

Wanneer het apparaat wordt gedetecteerd, volgt u de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met het instellen van de netwerkcommunicatie.

Als het apparaat niet kan worden gedetecteerd, heeft het apparaat geen verbinding met het toegangspunt. Verbind het apparaat met het toegangspunt.

Klik op Terug naar boven (Back to Top) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om te proberen de netwerkcommunicatie vanaf het begin in te stellen.

Als Verbinding (Connection) is ingesteld op Actief (Active):

Controleer de SSID van de Lijst instellingen draadl. LAN (WLAN setting list) en kijk of de instelling gelijk is aan die van het toegangspunt waarmee de computer verbinding maakt.

U kunt de ingestelde SSID voor de computer controleren via het AirMac-pictogram op de menubalk.

Als de SSID's van het apparaat en de computer verschillen, klikt u op Terug naar boven (Back to Top) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om te proberen de netwerkcommunicatie vanaf het begin in te stellen. Wanneer u de communicatie probeert in te stellen, stelt u dezelfde SSID (toegangspunt) in op het apparaat en op de computer.

Als de SSID's van het apparaat en de computer gelijk aan, gaat u naar controle 5.

Kan het apparaat niet detecteren via het draadloze LAN: controle 5

Naar boven