FA029M

De papierinstellingen wijzigen

Dit apparaat drukt ontvangen faxen af op papier dat vooraf in het apparaat is geplaatst. Met het bedieningspaneel kunt u de papierinstellingen voor het afdrukken van faxen wijzigen. Zorg dat de instellingen geschikt zijn voor het geplaatste papier.

Belangrijk
  • Als het formaat van het geladen papier verschilt van hetgeen is opgegeven in de papierformaatinstelling, worden de ontvangen faxen opgeslagen in het apparaatgeheugen en wordt de FAX-uitvoerfout (FAX output error) Controleer het papierformaat en selecteer . (Check the page size and select .) weergegeven op het LCD-scherm. In dat geval laadt u hetzelfde papierformaat dat is opgegeven in de papierformaatinstelling en drukt u vervolgens op de knop OK.

    U kunt ook op de knop Stoppen (Stop) drukken om het bericht te sluiten en de documenten die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen, later af te drukken.

    Een document in het apparaatgeheugen afdrukken

  • Als er geen papier is geplaatst of als het papier op raakt tijdens het afdrukken, worden de ontvangen faxen in het apparaatgeheugen opgeslagen en wordt de FAX-uitvoerfout (FAX output error) Het papier is op. Controleer het volgende en selecteer . (No paper. Check the following and press .) weergegeven op het LCD-scherm. Plaats in dit geval papier en druk op de knop OK.

    U kunt ook op de knop Stoppen (Stop) drukken om het bericht te sluiten en de documenten die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen, later af te drukken.

    Een document in het apparaatgeheugen afdrukken

Opmerking
  • Als de afzender een document verzendt dat groter is dan het formaat Letter of Legal, zoals 11 x 17 inch, kan het faxapparaat van de verzender het document automatisch verkleinen of opdelen of slechts een deel van het origineel verzenden.

  1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.

    Controleer of de printer is ingeschakeld

  2. Druk op de knop FAXEN (FAX).

    Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven.

  3. Druk op de linker Functie (Function)-knop.

    Het scherm FAX-menu wordt weergegeven.

  4. Selecteer Instellingen voor faxpapier (FAX paper settings) en druk daarna op de knop OK.

    Het scherm Instellingen voor faxpapier (FAX paper settings) wordt weergegeven.

  5. Geef de instellingen op.

    Selecteer de gewenste instelling met de knoppen OMHOOGOMLAAG en wijzig de instelling met de knoppen LINKSRECHTS.

    afbeelding: LCD-scherm
    Opmerking
    • Als de instelling die niet kan worden opgegeven is geselecteerd, wordt Foutdetails (Error details) weergegeven op het LCD-scherm. In dit geval drukt u op de linker Functie (Function)knop om het bericht te bevestigen en wijzigt u de instelling.

    1. Pg.form. (Page size)

      U kunt het paginaformaat instellen op A4, Letter of Legal.

    2. Type

      Selecteer Normaal papier (Plain paper).

    3. Dub.zijdigInst.afdr. (2-sidedPrintSetting)

      Selecteer dubbelzijdig of enkelzijdig afdrukken.

      Dubbelzijdig afdrukken is beschikbaar voor faxen in zwart-wit. Faxen in kleur worden afgedrukt op één kant van het papier, ongeacht deze instelling.

      Nadat u Dub.zijdig (2-sided) hebt geselecteerd voor Dub.zijdigInst.afdr. (2-sidedPrintSetting) drukt u op de rechterknop Functie (Function) om op te geven aan welke kant u wilt nieten.

      Opmerking
      • Wanneer Pg.form. (Page size) is ingesteld op A4 of Letter worden de ontvangen faxen aan beide kanten van het papier afgedrukt.

  6. Druk op de knop OK.

    Het LCD-scherm keert terug naar het menuscherm voor faxen.

Naar boven