naar hoofdtekst gaan

Kan het Apparaat tijdens de instelling van het draadloze LAN niet vinden: controle 6

Zorg dat het apparaat niet te ver van de draadloze router is geplaatst.

De draadloze router bevindt zich binnen het effectieve bereik voor draadloze communicatie. Plaats het apparaat binnen een straal van 50 meter/164 ft. van de draadloze router.

Controleer daarnaast waar het apparaat en de draadloze router zich bevinden en neem de juiste maatregelen.

  • Controleer of zich geen obstakels tussen het apparaat en de draadloze router bevinden.

    Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen gebrekkig. Pas de locatie van het apparaat en de draadloze router aan.

  • Controleer of zich geen bron van radiostoring in de buurt van het apparaat of de draadloze router bevindt.

    Als in de buurt een apparaat (zoals een magnetron) staat dat dezelfde frequentieband gebruikt als het draadloze station, kan dit apparaat storing veroorzaken. Plaats het apparaat of de draadloze router zo ver mogelijk weg van de storingsbron.

Voer de installatie opnieuw uit nadat u het bovenstaande hebt gecontroleerd en de juiste maatregelen hebt genomen.

Opmerking

  • U kunt de netwerkcommunicatie instellen via USB. Als u wilt instellen via USB, schakelt u het selectievakje Netwerkverbinding instellen via USB (Set up the network connection via USB) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) in en klikt u op Volgende (Next).