naar hoofdtekst gaan

Er wordt een bericht voor faxen weergegeven op het stand-byscherm voor faxen

Als er een bericht wordt weergegeven op het stand-byscherm voor faxen, voert u de bijbehorende actie uit die hieronder wordt beschreven.

Bericht

Actie

Autom. nummerherh. (Auto redial)

Het apparaat wacht op het volgende moment om het nummer van de ontvanger opnieuw te kiezen omdat de lijn bezet was of de ontvanger niet antwoordde toen u probeerde een document te verzenden. Wacht totdat het apparaat het nummer automatisch herhaalt. Als u de functie Automatische nummerherhaling wilt annuleren, wacht u totdat het apparaat opnieuw begint te kiezen en drukt u op de knop Stoppen (Stop). U kunt automatische nummerherhaling ook annuleren door het document uit het apparaatgeheugen te verwijderen.

Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers)

Ophangen (Hang up phone)

De hoorn is niet correct teruggeplaatst in de houder.

Plaats de hoorn correct terug.

Probeer opn. in z/w (Try again in B&W)

Het faxapparaat van de ontvanger ondersteunt geen faxen in kleur.

Druk op de knop Zwart (Black) om de fax opnieuw te verzenden.

In plaats hiervan kunt u ook Als incomp., z/w (If incompat., B&W) selecteren voor Kleuroverdracht (Color transmission) bij Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings) onder Faxinstellingen (Fax settings). Als het faxapparaat van de geadresseerde geen ondersteuning biedt voor faxen in kleur, zet het apparaat kleurendocumenten om in zwart-witgegevens.

Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings)

Geen toon gedetecteerd (No tone detected)

De telefoonlijn met een modulaire stekker is mogelijk niet goed aangesloten.

Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten en probeer de fax na een tijdje opnieuw te verzenden. Als u de fax nog steeds niet kunt verzenden, selecteert u UIT (OFF) voor Kiestoondetectie (Dial tone detect) in Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings) onder Faxinstellingen (Fax settings).

Geavanc. faxinstell. (Adv. FAX settings)

Ontvangen in geheugen (Received in memory)

Als hetapparaat in een van de volgende gevallen een fax ontvangt, kan deze niet door het apparaatworden afgedrukt en wordt de fax opgeslagen in het apparaatgeheugen. Wanneer het probleem is opgelost zoals hieronder staat beschreven, wordt de fax die in het apparaatgeheugen is opgeslagen, automatisch afgedrukt.

  • De hoeveelheid resterende inkt is onvoldoende om een fax af te drukken:

    Vervang de FINE-cartridge.

    Een FINE-cartridge vervangen

    Opmerking

    • U kunt het apparaat zo instellen dat ontvangen faxen geforceerd worden afgedrukt, zelfs als de inkt op is.

      Stel Afdr. bij geen inkt (Print when no ink) bij Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) onder Faxinstellingen (Fax settings) in op Afdrukken (Print).

      Het kan echter zijn dat de fax deels of in zijn geheel niet wordt afgedrukt omdat de inkt op is.

      Bovendien wordt de inhoud van de fax niet opgeslagen in het apparaatgeheugen.

      Als de inkt al op is, wordt u bovendien aanbevolen om Niet afdrukken (Do not print) te selecteren voor Ontvangen docum. (Received documents) bij Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) onder Faxinstellingen (Fax settings) om de ontvangen fax op te slaan in het apparaatgeheugen. Nadat u de FINE-cartridge hebt vervangen en Afdrukken (Print) selecteert voor Ontvangen docum. (Received documents) in Autom. afdrukinstell. (Auto print settings), wordt automatisch de fax afgedrukt die in het apparaatgeheugen is opgeslagen.

      Autom. afdrukinstell. (Auto print settings)

  • Het papier is op:

    Plaats nieuw papier en druk op de knop OK.

  • Er is een ander papierformaat geplaatst dan is opgegeven voor Paginaformaat (Page size) bij Inst. voor faxpapier (FAX paper settings):

    Plaats papier van het formaat dat is opgegeven in Paginaformaat (Page size) en druk vervolgens op de knop OK.

  • U hebt op de knop Stoppen (Stop) gedrukt om het afdrukken van een fax te annuleren:

    Druk op de knop FAX om het afdrukken van de fax te hervatten.

  • Niet afdrukken (Do not print) is geselecteerd voor Ontvangen docum. (Received documents) in Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) onder Faxinstellingen (Fax settings):

    U kunt de opgeslagen faxen in het apparaatgeheugen afdrukken via het scherm Geheugenverwijzing (Memory reference) onder Menu FAX (FAX menu).

    Documenten uit het apparaatgeheugen afdrukken

Opmerking

  • Als u de ontvangen faxen automatisch wilt afdrukken, selecteert u Afdrukken (Print) voor Ontvangen docum. (Received documents) in Autom. afdrukinstell. (Auto print settings) onder Faxinstellingen (Fax settings).

    Autom. afdrukinstell. (Auto print settings)

  • Als u de fax in het apparaatgeheugen niet hebt afgedrukt (bijvoorbeeld als u het probleem niet hebt opgelost door op de knop Stoppen (Stop) te drukken), kunt u de fax in het apparaatgeheugen later afdrukken of verwijderen.

    Document opgeslagen in apparaatgeheugen

Bezet/geen signaal (Busy/no signal)

  • Het nummer van de ontvanger dat u hebt gekozen, is bezet.

    Probeer het later nogmaals.

    Een fax opnieuw verzenden (nummerherhaling van bezette nummers)

  • Het fax-/telefoonnummer dat u hebt gekozen, is incorrect.

    Controleer het fax-/telefoonnummer en probeer het opnieuw.

  • Het faxapparaat van de ontvanger reageert niet (na alle pogingen voor automatische nummerherhaling).

    Neem contact op met de ontvanger en vraag of deze het faxapparaat wil controleren. Voeg voor een internationaal nummer pauzes toe aan het geregistreerde nummer.

  • De ontvanger maakt geen gebruik van een G3-apparaat.

    Het apparaat kan geen documenten verzenden naar of ontvangen van een faxapparaat dat niet geschikt is voor de G3-standaard. Neem contact op met de ontvanger en vraag of deze wil controleren of het faxapparaat geschikt is voor de G3-standaard.

  • De instellingen voor toon- of pulskiezen op het apparaat zijn onjuist.

    Stel het apparaat in op het type telefoonlijn dat u gebruikt.

    Het telefoonlijntype instellen

Geheugen is vol (Memory is full)

Het geheugen van het apparaat is vol omdat het teveel documenten of een document met veel details heeft verzonden/ontvangen.

Druk de faxen af die in het geheugen van het apparaat zijn opgeslagen of verwijder deze uit het geheugen van het apparaat.

Document opgeslagen in apparaatgeheugen

Als u een fax probeert te verzenden, verzendt u deze opnieuw. Als dit bericht nog steeds wordt weergegeven, verwijdert u de faxen die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen. U verdeelt de faxen in kleinere stukken en verzendt deze opnieuw.

Wanneer u een fax ontvangt, vraagt u de afzender de faxen opnieuw te verzenden.

Faxinfo afwijkend (FAX info does not match)

Het verzenden is geannuleerd omdat het apparaat de faxapparaatinformatie van de verzender niet heeft gedetecteerd of omdat deze informatie niet overeenkwam met het gekozen nummer. Dit bericht wordt weergegeven als RX-faxinfo control. (Check RX FAX info) bij Beveiligingsbeheer (Security control) onder Faxinstellingen (Fax settings) is ingesteld op AAN (ON).

Zie Fax verzenden na controle gegevens (gegevens van de ontvanger controleren) voor meer informatie.

Ontvangst geweigerd (Reception rejected)

De ontvangen fax is geweigerd omdat deze voldoet aan de voorwaarden voor het weigeren van faxen die zijn opgegeven voor Faxontv. geweigerd (FAX RX reject) bij Beveiligingsbeheer (Security control) onder Faxinstellingen (Fax settings).

Zie Faxontvangst weigeren voor meer informatie.

Wachten op rapport (Waiting for report)

Als het apparaat in een van de volgende gevallen een fax ontvangt, kan het apparaat de rapporten niet afdrukken. Wanneer het probleem is opgelost zoals hieronder staat beschreven, worden de rapporten automatisch afgedrukt.

  • De hoeveelheid resterende inkt is onvoldoende om een rapport af te drukken:

    Vervang de FINE-cartridge.

    Een FINE-cartridge vervangen

  • Het papier is op:

    Plaats nieuw papier en druk op de knop OK.

  • Er is een ander papierformaat geplaatst dan is opgegeven voor Paginaformaat (Page size) bij Inst. voor faxpapier (FAX paper settings):

    Plaats papier van het formaat dat is opgegeven in Paginaformaat (Page size) en druk vervolgens op de knop OK.

  • U hebt op de knop Stoppen (Stop) gedrukt om het afdrukken van een rapport te annuleren:

    Druk op de knop FAX om het afdrukken van het rapport te hervatten.