In dit gedeelte wordt beschreven hoe u faxnummers kiest en faxen direct verzendt met de numerieke toetsen.
Het is mogelijk dat faxen bij een onbeoogde ontvanger terechtkomen doordat het verkeerde fax-/telefoonnummer is gekozen of het nummer onjuist is geregistreerd. Wanneer u belangrijke documenten stuurt, wordt aanbevolen ze te verzenden nadat u de ontvanger aan de telefoon hebt gesproken.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Druk op de knop FAXEN (FAX).
Het stand-byscherm voor faxen wordt weergegeven.
Plaats documenten op de glasplaat of in de ADF.
Als u een dubbelzijdig document wilt verzenden, plaatst u het document op de glasplaat. Dubbelzijdige documenten kunnen niet automatisch worden gescand en verzonden vanuit de ADF.
Meer informatie over soorten documenten en voorwaarden en het laden van het document:
Pas indien nodig het scancontrast en de resolutie aan.
Pas het scancontrast en de scanresolutie aan volgens de onderstaande procedure.
Druk op de knop Menu.
Het scherm Menu FAX (FAX menu) wordt weergegeven.
Selecteer met de knop de optie TX-instellingen fax (FAX TX settings) en druk vervolgens op de knop OK.
Selecteer met de knop de optie Scancontrast (Scan contrast) en druk vervolgens op de knop OK.
Het scherm Scancontrast (Scan contrast) wordt weergegeven.
Gebruik de knop om het scancontrast te selecteren en druk op de knop OK.
Als u op de knop drukt, wordt het contrast verlaagd. Als u op de knop drukt, wordt het contrast verhoogd.
Als u op de knop OK drukt, keert het LCD-scherm terug naar het scherm TX-instellingen fax (FAX TX settings).
Selecteer met de knop de optie Scanresolutie (Scan resolution) en druk vervolgens op de knop OK.
Het scherm Scanresolutie (Scan resolution) wordt weergegeven.
Gebruik de knop om de scanresolutie te selecteren en druk op de knop OK.
Als u op de knop OK drukt, keert het LCD-scherm terug naar het standby-scherm voor faxen.
De volgende instellingen kunnen worden geselecteerd bij Scanresolutie (Scan resolution).
Geschikt voor documenten die alleen tekst bevatten.
Geschikt voor documenten met kleine letters.
Geschikt voor gedetailleerde illustraties en documenten met kleine letters.
Als het faxapparaat van de ontvanger niet geschikt is voor Extra fijn (Extra fine) (300 x 300 dpi), wordt de fax verzonden in de resolutie Standaard (Standard) of Fijn (Fine).
Geschikt voor foto's.
Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan.
Wanneer u een kleurenfax verzendt, worden documenten altijd met dezelfde resolutie (200 x 200 dpi) gescand. De afbeeldingskwaliteit (compressieverhouding) wordt bepaald door de scanresolutie die u hebt geselecteerd, behalve dat Extra fijn (Extra fine) en Foto (Photo) dezelfde afbeeldingskwaliteit opleveren.
Kies het fax-/telefoonnummer van de ontvanger met de numerieke toetsen.
Kies het fax-/telefoonnummer van de ontvanger met de volgende toetsen.
Hiermee wordt het nummer ingevoerd.
Hiermee wordt een spatie ingevoerd.
Hiermee wordt het laatst ingevoerde teken verwijderd.
Als u eenmaal op deze knop drukt, wordt '#' ingevoerd. Als u nog eenmaal op deze knop drukt, wordt 'P' ingevoerd.
Druk op de knop Kleur (Color) als u het document in kleur wilt verzenden of op de knop Zwart (Black) als u het document in zwart-wit wilt verzenden.
Het apparaat begint met het scannen van het document.
Verzenden in kleur is alleen mogelijk wanneer het faxapparaat van de ontvanger faxen in kleur ondersteunt.
Wacht met openen van de documentklep tot het scannen is voltooid.
Start het verzenden.
Als u het document in de ADF plaatst:
Het document wordt automatisch door het apparaat gescand en de fax wordt verzonden.
Druk op de knop Stoppen (Stop) om het verzenden te annuleren. Als u het verzenden wilt annuleren terwijl de fax wordt verzonden, drukt u op de knop Stoppen (Stop) en volgt u de aanwijzingen op het LCD-scherm.
Als er documenten achterblijven in de ADF nadat u op de knop Stoppen (Stop) hebt gedrukt terwijl het scannen wordt uitgevoerd, wordt het bericht Sluit de papierinvoer (Close the feeder cover) [OK]Document uitwerpn (Eject the document) weergegeven op het LCD-scherm. Als u op de knop OK drukt, worden de achtergebleven documenten automatisch verwijderd.
Als u het document op de glasplaat legt:
Nadat het scannen van het document is voltooid, wordt een bevestigingsscherm weergegeven waarin wordt gevraagd of u het volgende document wilt plaatsen.
Druk op de knop OK om het verzenden van het gescande document te starten.
Als u twee of meer pagina's wilt verzenden, volgt u de instructies in het bericht om de volgende pagina te laden en drukt u op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black). Nadat alle pagina's zijn gescand, drukt u op de knop OK om het verzenden te starten.
Als u het verzenden van de fax wilt annuleren, drukt u op de knop Stoppen (Stop).
Als uw apparaat is aangesloten op een PBX-systeem (Private Branch Exchange), raadpleegt u de bedieningsinstructies van dat systeem voor meer informatie over het kiezen van het fax-/telefoonnummer van de ontvanger.
Als het apparaat geen fax kon verzenden, bijvoorbeeld omdat de lijn van de ontvanger bezet was, is het mogelijk om het nummer na een vaste tijd opnieuw te bellen. Automatische nummerherhaling is standaard ingeschakeld.
Niet-verzonden documenten, zoals documenten waarvoor opnieuw moet worden gebeld, zijn opgeslagen in het apparaatgeheugen. Als er een fout optreedt, worden ze niet verzonden.
Haal de stekker niet uit het stopcontact voordat alle documenten zijn verzonden. Als u de stekker uit het stopcontact haalt, gaan alle niet-verzonden documenten in het apparaatgeheugen verloren.
Naar boven |