Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 3
Is de instelling voor bedraad LAN van het apparaat ingeschakeld?
Controleer de instelling voor bedraad LAN van het apparaat met het bedieningspaneel van het apparaat.
Selecteer Instellen (Setup) in het HOME-scherm en selecteer vervolgens Apparaatinstellingen (Device settings) > LAN-instellingen (LAN settings) > LAN wijzigen (Change LAN).
Controleer of Bedraad LAN actief (Wired LAN active) is geselecteerd op het aanraakscherm.
Als Bedraad LAN actief (Wired LAN active) niet is geselecteerd:
De instelling voor bedraad LAN van het apparaat is uitgeschakeld. Schakel de instelling voor bedraad LAN van het apparaat in.
Nadat u de instelling voor bedraad LAN hebt ingeschakeld, klikt u op Terug naar boven (Back to Top) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om te proberen de netwerkcommunicatie vanaf het begin in te stellen.
Als Bedraad LAN actief (Wired LAN active) is geselecteerd:
Ga naar controle 4.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 4