naar hoofdtekst gaan

De apparaatinstellingen wijzigen met het bedieningspaneel

In dit gedeelte wordt de procedure voor het wijzigen van de instellingen in het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) beschreven. Daarbij worden de stappen voor het opgeven van de optie Papierschuring voorkomen (Prevent paper abrasion) als voorbeeld genomen.

  1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.

  2. Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup).

    Het bedieningspaneel gebruiken

  3. Tik op Apparaatinstellingen (Device settings).

    Het scherm Apparaatinstellingen (Device settings) wordt weergegeven.

  4. Tik op een instelling om deze aan te passen.

    afbeelding: aanraakscherm

    Het instellingsscherm voor het geselecteerde item wordt weergegeven.

  5. Tik op het instellingsitem.

    afbeelding: aanraakscherm
  6. Tik op de gewenste instelling.

    afbeelding: aanraakscherm

U kunt de menuĀ“s voor instellingen hieronder selecteren.

FAX-instellingen

Afdrukinstell.

LAN-instellingen

Gebruikersinstellingen apparaat

Taal kiezen

Firmware bijwerken

Cassette-instellingen

Wachtwoord beheerder instellen

Bedieningsbeperkingen

Instelling herstellen

Belangrijk

  • Afhankelijk van de instelling is verificatie met het beheerderswachtwoord vereist.

    Informatie over het beheren van het apparaat

    Als u niet het juiste beheerderswachtwoord weet, kunt u de beheerder van het apparaat dat u gebruikt om het wachtwoord vragen.

Opmerking

  • U kunt bij het instellen van het apparaat rekening houden met het milieu, door bijvoorbeeld standaard dubbelzijdig afdrukken in te stellen of door automatisch in-/uitschakelen op het apparaat in te schakelen.

    Informatie over ECO-instellingen

  • U kunt het geluid van de printer zachter zetten wanneer u gedurende de nacht afdrukt.

    Informatie over Stille instelling