Cijfers, letters en symbolen invoeren
Op de printer kunt u de tekens en cijfers invoeren (of corrigeren) wanneer het toetsenbord wordt weergegeven op het scherm.
Het teken wordt toegewezen aan elke knop die wordt weergegeven op het scherm. Tik op de knop om het teken in te voeren.
Nadat het invoeren is voltooid, tikt u op het om te bevestigen.
Schakelen tussen de tekeninvoermodus.
Schakelen tussen hoofdletters/kleine letters op een toetsenbord.
Voer de symbolen in.
Symbool invoeren
. @ - _ SP * # ! " , ; : ^ ` = / | ' ? $ % & + ( ) [ ] { } < > \ ~
SP: Leeg (spatie) voor één teken
De ervoor ingevoerde tekens verwijderen.
Een spatie invoegen.
De inhoud van de ingevoerde gegevens bepalen.
Verplaats de cursor.
Als u het teken wilt invoegen, verplaatst u de cursor naar het teken rechts van de positie waar u het teken wilt invoeren.
Als u het teken wilt verwijderen, verplaatst u de cursor naar het teken dat u wilt verwijderen.
Opmerking
-
Op de desbetreffende schermen worden alleen de invoermodi of de beschikbare tekens voor invoer weergegeven.
-
U kunt de indeling van het toetsenbord wijzigen.