naar hoofdtekst gaan

Cijfers, letters en symbolen invoeren

Met de knoppen op het bedieningspaneel kunt u tekens, cijfers of symbolen invoeren (of wijzigen) wanneer u het netwerk instelt of andere instellingen selecteert.

De invoermodus wijzigen

De actieve invoermodus wordt weergegeven in de rechterbovenhoek van het LCD.

Als u op de knop Instellingen (Setup) op het bedieningspaneel drukt, rouleert u door de invoermodi in de volgorde kleine letters > hoofdletters > numeriek > symbolen, waarbij het eerste beschikbare teken wordt weergegeven.

Hieronder ziet u de beschikbare tekens in elke modus.

Modus Beschikbare tekens
Kleine letters abcdefghijklmnopqrstuvwxyz SP
Hoofdletters ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ SP
Numeriek 1234567890 SP
Symbolen . @ - _ SP Sterretje# ! " , ; : ^ ` = / | ' ? $ % & + ( ) [ ] { } < > \ ~
  • SP: geeft een spatie aan.

Opmerking

  • Op de desbetreffende schermen worden alleen de invoermodi of de beschikbare tekens voor invoer weergegeven.

Cijfers, letters en symbolen invoeren

Druk op de knop links rechts om een teken te selecteren en druk daarna op de knop OK om het in te voeren.

Nadat de invoer van alle tekens is voltooid, houdt u de knop OK ingedrukt. Wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes) en drukt u op de knop OK.

  • Een spatie invoegen

    Schakel naar de modus voor kleine letters, hoofdletters of numeriek en druk eenmaal op de knop links. U kunt ook schakelen naar de symboolmodus en viermaal drukken op de knop rechts.

  • Het laatst ingevoerde teken verwijderen

    Druk op de knop Terug (Back). U kunt alleen het laatst ingevoerde teken verwijderen.

Opmerking

  • Als u de invoer van tekens wilt beĆ«indigen, drukt u op de knop Stoppen (Stop). Wanneer een bevestigingsbericht wordt weergegeven, selecteert u Ja (Yes) en drukt u op de knop OK.