Kopiëren
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u originelen plaatst en deze op gewoon papier kopieert.
-
Open de klep van de achterste lade (A) en trek de papiersteun (B) omhoog.
-
Open het klepje over de invoersleuf (C).
-
Plaats papier verticaal MET DE AFDRUKZIJDE OMHOOG GERICHT.
-
Lijn de papiergeleiders (D) uit met de papierbreedte.
-
Sluit voorzichtig het klepje over de invoersleuf (E).
Nadat u het klepje over de invoersleuf hebt gesloten, wordt het registratiescherm voor papiergegevens voor de achterste lade weergegeven op het LCD-scherm.
-
Selecteer het formaat en type van het geplaatste papier in de achterste lade bij Pg.form. (Page size) en Type en selecteer vervolgens Registreren (Register).
-
Open het bedieningspaneel (F) en trek vervolgens de papieruitvoerlade (G) eruit.
Zorg dat u het bedieningspaneel opent voordat u gaat afdrukken. Als het bedieningspaneel niet geopend is, start de printer niet met afdrukken.
-
Druk op de knop HOME (H).
-
Selecteer Kopiëren (Copy) (I).
-
Selecteer Standaardkopie (Standard copy).
-
Open de documentklep (J).
-
Plaats het origineel MET DE TE KOPIËREN ZIJDE NAAR BENEDEN en lijn het uit met de positiemarkering (K).
-
Sluit de documentklep.
-
Controleer de papierinstellingen en druk vervolgens op de knop Starten (Start) (L).
Belangrijk
-
Wacht met het openen van de documentklep totdat het kopiëren is voltooid.
Opmerking
-
Uw printer is uitgerust met nog veel meer handige kopieerfuncties.