De printer wordt niet ingeschakeld

1. Controle 1 Druk op de AAN (ON)-knop totdat het AAN-lampje gaat branden.

2. Controle 2 Controleer of de stekker goed is aangesloten op de printer en zet deze vervolgens weer aan.

3. Controle 3 Haal de stekker van de printer uit het stopcontact. Wacht ten minste 2 minuten, steek daarna de stekker weer in het stopcontact en zet het apparaat weer aan.

4. Controle 4 Als u de batterij gebruikt, controleert u het batterijniveau.

   Controleer of de aanduiding voor het batterijniveau brandt wanneer u drukt op de knop voor het batterijniveau.

   Als u de printer gebruikt met de batterij, moet deze voldoende zijn opgeladen. Als het batterijniveau laag is, kunt u de batterij opladen door de netspanningsadapter aan te sluiten op de printer. Of vervang de batterij door een opgeladen batterij.

   Belangrijk

   • Als de batterij te vaak leegraakt, kan deze mogelijk niet worden opgeladen via een USB-aansluiting. Laad de batterij op met de netspanningsadapter.

   • Als u oplaadt via een USB-aansluiting, wordt het opladen onderbroken als de printer wordt ingeschakeld. Wanneer u oplaadt met de netspanningsadapter, kan het opladen doorgaan ongeacht de voedingsstatus. Het opladen wordt echter onderbroken wanneer u gaan afdrukken.

Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met het dichtstbijzijnde Canon-servicecentrum om een reparatie aan te vragen.