Afdrukresultaten zijn niet naar behoren
Als de afdrukresultaten niet naar behoren zijn omdat ze witte strepen, onjuist uitgelijnde/vervormde lijnen of ongelijkmatige kleuren vertonen, controleert u eerst de instellingen voor papier en afdrukkwaliteit.
-
Controle 1 Controleer of de afdrukinstellingen overeenkomen met de afdruktaak.
Selecteer Apparaatinstellingen (Device settings) > Afdrukinstellingen (Print settings) via (Instellingen) op het HOME-scherm en controleer de volgende instellingen.
-
AAN (ON) is geselecteerd voor Zwarte inkt besparen (Save black ink).
-
Een andere instelling dan Alle inkttanks (All ink tanks) is geselecteerd voor Inkttankselectie forceren (Force ink tank selection).
-
Alleen tekst (Text only) is geselecteerd voor Doel afdruk voor normaal papier (Print target for plain paper).
Wanneer een van de bovenstaande instellingen is toegepast, wijzigt u de instelling als volgt.
-
Stel Zwarte inkt besparen (Save black ink) in op UIT (OFF).
-
Stel Inkttankselectie forceren (Force ink tank selection) in op Alle inkttanks (All ink tanks).
-
Stel Doel afdruk voor normaal papier (Print target for plain paper) in op Tekst en foto's (Text and photos).
-
-
Controle 2 Komen de instellingen voor paginaformaat en mediumtype overeen met het formaat en type van het geplaatste papier?
Als deze instellingen niet overeenkomen, kan niet het juiste resultaat worden verkregen.
Als u een foto of illustratie wilt afdrukken, kan de kwaliteit van de afgedrukte kleuren afnemen wanneer een onjuist papiertype is ingesteld.
Wanneer u afdrukt met een onjuiste instelling voor de papiersoort, kan het afgedrukte oppervlak bovendien worden bekrast.
Wanneer u afdrukt zonder marges, kunnen de kleuren ongelijkmatig zijn, afhankelijk van de combinatie van de instelling voor de papiersoort en het geplaatste papier.
De methode waarmee u de instellingen voor het papier en de afdrukkwaliteit controleert, is afhankelijk van de taken die u uitvoert met de printer.
-
Afdrukken vanaf de computer:
Controleer de instellingen via het printerstuurprogramma.
-
Afdrukken vanaf een PictBridge (Wi-Fi)-compatibel apparaat:
Controleer de instellingen op het PictBridge-compatibel apparaat (Wi-Fi) of gebruik het bedieningspaneel.
-
Afdrukken vanaf uw smartphone/tablet met Canon PRINT Inkjet/SELPHY:
Controleer de instellingen in Canon PRINT Inkjet/SELPHY.
-
-
Controle 3 Controleer of de juiste afdrukkwaliteit is geselecteerd (zie bovenstaande lijst).
Selecteer een afdrukkwaliteit die geschikt is voor het papier en hetgeen u afdrukt. Als de afdruk vlekken of ongelijkmatige kleuren vertoont, verhoogt u de instelling voor de afdrukkwaliteit en drukt u opnieuw af.
Opmerking
-
Wanneer u afdrukt vanaf een PictBridge-compatibel apparaat (Wi-Fi), stelt u de afdrukkwaliteit in via het bedieningspaneel.
Deze instelling kan niet worden geconfigureerd op het PictBridge-compatibele apparaat (Wi-Fi).
-
-
Controle 4 Controleer de volgende gedeelten als het probleem niet is verholpen.
Zie ook de volgende gedeelten:
- Afdrukken zijn leeg/onscherp of vaag/onjuiste of uitgelopen kleuren/strepen of lijnen
- Lijnen worden onjuist uitgelijnd/vervormd
- Papier vertoont vlekken / Papieroppervlak vertoont krassen
- Het afdrukken wordt niet voltooid
- Lijnen zijn onvolledig of ontbreken (Windows)
- Afbeeldingen zijn onvolledig of ontbreken (Windows)
- Inktvlekken / Gekruld papier
- Vegen op de achterzijde van het papier
- Kleuren zijn ongelijkmatig of vertonen strepen