naar hoofdtekst gaan

De printer gebruiken terwijl u niet thuis bent

Voorbereidingen voordat u weggaat

Als u de printer wilt gebruiken terwijl u niet thuis bent, moet u uw computer en de printer verbinden via Draadloos direct.

In dit gedeelte wordt beschreven hoe u vooraf een instelling voor een Draadloos direct-verbinding kunt opslaan op de computer.

Opmerking

  • De volgende beschrijvingen zijn gebaseerd op Windows 10.
  1. Controleer of de netwerknaam (SSID) van de draadloze router waarmee de printer verbonden is, voor de 2,4 GHz-band is.

    Als deze voor de 2,4 GHz-band is, gaat u verder met stap 2.

    Als deze voor de 5 GHz-band is, volgt u de stappen hieronder om opnieuw te verbinden.

    1. Selecteer (Instellen) > LAN-instellingen (LAN settings) > Wi-Fi > Wi-Fi-instelling (Wi-Fi setup) via het bedieningspaneel van de printer.

    2. Selecteer Handmatig verbinden (Manual connect) en selecteer vervolgens de netwerknaam (SSID) van de 2,4 GHz-band.

    3. Voer de installatie uit volgens de aanwijzingen op het scherm.

  2. Controleer of Draadloos direct is ingeschakeld voor de printer.

    1. Selecteer (Instellen) > LAN-instellingen (LAN settings) > Draadloos direct (Wireless Direct) > Info over instellingen tonen (Show setting info) via het bedieningspaneel van de printer.

    2. Controleer of Verbinding (Connection) is ingesteld op Inschakelen (Enable).

      Als dit niet is ingesteld op Inschakelen (Enable), schakelt u Draadloos direct in Geavanceerde modus (Advanced mode) in.

  3. Maak een pictogram voor Draadloos direct op de computer (alleen Windows).

    Volg in Windows de onderstaande stappen om een pictogram voor Draadloos direct te maken.

    Opmerking

    • In macOS zijn deze stappen niet nodig.
    1. Stel het Wi-Fi van de computer in om verbinding te maken met de netwerknaaam (SSID) van de printer voor een Draadloos direct-verbinding.

    2. Selecteer Instellingen (Settings) > Apparaten (Devices), Printers en scanners (Printers & scanners) > en voeg vervolgens de printer toe.

      Zorg dat u de beveiligingsinstelling opslaat en schakel het selectievakje Automatisch verbinden (Connect automatically) in.

      Opmerking

      • Als meerdere pictogrammen met dezelfde naam worden gemaakt, wordt het aanbevolen de naam te wijzigen zodat u eenvoudiger onderscheid kunt maken tussen de pictogrammen.

Afdrukprocedure

Afdrukken terwijl u niet thuis bent

  1. Schakel de printer in.

  2. Schakel de computer in.

    Opmerking

    • Controleer of het Wi-Fi van de computer is verbonden met de netwerknaam (SSID) van uw printer.
  3. Druk af.

    Opmerking

    • Selecteer voor gebruik de printer die is verbonden met Draadloos direct.

Afdrukken nadat u weer thuis bent

  1. Schakel de computer in.

  2. Schakel de printer in.

  3. Druk af.

    Opmerking

    • Controleer of het Wi-Fi van de computer en de printer is verbonden met de netwerknaam (SSID) van de draadloze router.
    • Selecteer voor gebruik de printer die is verbonden met de draadloze router.

Opmerking

Afdrukken vanaf een smartphone of tablet terwijl u niet thuis bent

Vervang 'computer' door 'smartphone' of 'tablet' in de afdrukprocedure.

Afdrukken via een mobiele router

Er is geen voorbereiding nodig.

Verbind de computer en de printer met de mobiele router en sla vervolgens de instelling op.