naar hoofdtekst gaan

Netwerkstatus en probleemoplossing

Controleer de netwerkstatus aan de hand van de informatie over de LAN-instelling op het LCD-scherm.

Netwerkstatus

Wat te doen

Normaal verbonden.

Als u niet kunt afdrukken, raadpleegt u 1 bij Wat te doen.

  1. Als u niet kunt afdrukken, bekijkt u onderstaande items:

    • of de computer is verbonden met Wi-Fi
    • of de firewall van uw beveiligingssoftware is ingeschakeld
    • of een privacyseparator, SSID-separator of netwerkseparator is ingeschakeld op uw draadloze router

      Is een van bovenstaande items ingeschakeld, moet u het vóór de setup uitschakelen.

    • Of de netwerknaam (SSID) van de printer overeenkomt met die van de router waarmee u verbinding wilt maken
  2. Als u de netwerkverbindingsmethode (bekabeld/draadloos) wilt wijzigen, wijzigt u deze in het scherm met netwerkinstellingen van de printer.

Opmerking

  • Het kan helpen om de bandstuurfunctie (die de juiste frequentieband bepaalt om verbinding mee te maken wanneer het aantal verbonden apparaten toeneemt en de 2,4 GHz en 5 GHz frequentiebanden overbelast raken) uit te schakelen in de instellingen van de draadloze router.

  • Als voor 2,4 GHz en 5 GHz dezelfde SSID is ingesteld, kunt u mogelijk verbinding maken als u deze in andere SSID's wijzigt.

  • Als uw printer geen 5 GHz-verbinding ondersteunt, moet op de draadloze router 2,4 GHz zijn ingeschakeld.

  • Als u geen verbinding kunt maken met het netwerk, gebruikt u een USB-verbinding.

Wi-Fi is uitgeschakeld op de printer.

Voer de installatie van de printer uit volgens de instructies in de handleiding.

Bedrade LAN-verbinding is uitgeschakeld.

  • Controleer of de printer met de LAN-kabel op de router is aangesloten.

    Als de LAN-kabel los zit, sluit u de kabel goed aan.

    Als de LAN-kabel is aangesloten op de WAN-zijde van de router, sluit de kabel aan op de LAN-zijde van de router.

  • Controleer of de netwerkapparaten (zoals hub en router) zijn aangezet.

Er is geen IP-adres toegewezen.

  • Als u het IP-adres van de printer automatisch opgeeft, moet u DHCP op de router inschakelen.

  • Als u het IP-adres van de printer handmatig opgeeft, is het adres uitgeschakeld omdat het buiten de geldige waarde ligt. Stel dat u (0.0.0.0) hebt opgegeven als IP-adres.

    Geef het geldige IP-adres op.

De standaardgateway is niet opgegeven.

Controleer onderstaande onderdelen om te communiceren door routers te hoppen (bijvoorbeeld via een cloud-toepassing).

  • Zorg ervoor dat het apparaat dat als standaardgateway is opgegeven, is aangezet.

  • Geef het juiste standaardgateway-adres op.

Kan geen verbinding maken met het opgegeven netwerk.

Controleer de status van printer, netwerkapparaten (bijvoorbeeld draadloze router) of smartphone/tablet.

  • Zet deze aan als ze uit staan.
  • Controleer of het draadloze signaal sterk is.

    Houd de signaalstatus in de gaten en verplaats de printer en draadloze router indien nodig.

  • Het kan zijn dat u de beveiligingssleutel van de draadloze router niet goed hebt overgenomen.

    De beveiligingssleutel is hoofdlettergevoelig.

    Voer de juiste beveiligingssleutel in.

Controleer of het draadloze signaal sterk is.

  • Zorg dat de printer niet te ver van de draadloze router is geplaatst.

  • Houd de signaalstatus in de gaten en verplaats de printer en draadloze router indien nodig.

Het maximale aantal verbonden clients is bereikt.

  • Bij Draadloos direct kunnen maximaal 5 apparaten worden verbonden.

    Als u een ander apparaat wilt verbinden, moet u eerst de verbinding verbreken met een apparaat dat u niet meer gebruikt.

De signaal-ruisverhouding is laag.

  • Er is veel ruis afkomstig van andere apparaten.

    Plaats de printer uit de buurt van andere apparaten.

Er is een link-local adres toegewezen.

  • Voer de printersetup opnieuw uit.
  • Het kan zijn dat u de beveiligingssleutel van de draadloze router niet goed hebt overgenomen.

    De beveiligingssleutel is hoofdlettergevoelig.

    Voer de juiste beveiligingssleutel in.

De opgegeven netwerknaam (SSID) heeft nog steeds de standaardwaarde.

De netwerknaam (SSID) is niet opgegeven.

Voer de netwerknaam (SSID) in voor de bestemming.