naar hoofdtekst gaan

Inkttips

Hoe wordt de inkt, naast afdrukken, gebruikt voor andere toepassingen?

Inkt kan, naast afdrukken, voor verschillende toepassingen worden gebruikt.

Wanneer u de Canon-printer voor het eerst gebruikt nadat u de inkttanks hebt geïnstalleerd, wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt om de openingen van de printkop te vullen met inkt en zo het afdrukken mogelijk te maken. Daarom worden er met de eerste inkttanks minder vellen afgedrukt dan met de daarop volgende inkttanks.

De afdrukkosten die in de brochures of websites worden vermeld, zijn niet gebaseerd op de verbruiksgegevens van de eerste inkttank of het eerste inktpatroon, maar op dat van de volgende inkttank of het volgende inktpatroon.

Inkt wordt soms gebruikt om de optimale afdrukkwaliteit te behouden.

Om de printerprestaties op peil te houden, wordt er op basis van de printerconditie door de Canon-printer een automatische reiniging uitgevoerd. Tijdens deze automatische reiniging wordt een kleine hoeveelheid inkt verbruikt. In dit geval kunnen alle inktkleuren worden verbruikt.

[Reinigingsfunctie]

Via de reinigingsfunctie kan de printer luchtbellen of inkt uit de opening zuigen, zodat de printkwaliteit niet terug loopt en de opening niet verstopt raakt.

Wordt er kleureninkt gebruikt voor het maken van zwart-witte afdrukken?

Wanneer u afdrukt in zwart-wit, wordt mogelijk andere inkt dan zwart gebruikt, afhankelijk van het type afdrukpapier en de instellingen van het printerstuurprogramma. Er kan dus kleureninkt worden gebruikt voor het maken van zwart-witte afdrukken.

Waarom heeft het apparaat twee zwarte inkttanks?

Het apparaat bevat twee soorten zwarte inkt: kleurstofinkt (BK) en pigmentinkt (PGBK).

De kleurstofinkt wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken van foto's, illustraties en dergelijke, terwijl de pigmentinkt wordt gebruikt voor tekstdocumenten. Beide inkten worden voor verschillende doeleinden gebruikt. Als de ene inkt op is, wordt daarom niet in plaats daarvan de andere inkt gebruikt. Als een van beide inkten op is, moet de inkttank worden vervangen.

Deze twee inkten worden automatisch gebruikt, afhankelijk van het type afdrukpapier en de instellingen van het printerbesturingsbestand. U kunt het gebruik van deze inkten niet zelf wijzigen.

Het inktlampje geeft aan wanneer de inkt opraakt.

De inkttank bestaat uit het gedeelte waar de inkt is opgeslagen (A) en het gedeelte met de met inkt doordrenkte spons (B).

Wanneer de inkt in A opraakt, knippert het inktlampje langzaam om aan te geven dat de inkt bijna op is.

Wanneer vervolgens de inkt in B opraakt, knippert het inktlampje snel om aan te geven dat de inkttank moet worden vervangen.