Het apparaat in- en uitschakelen
Het apparaat inschakelen
-
Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat in te schakelen.
Het AAN/UIT (POWER)-lampje knippert en blijft branden.
Opmerking- Nadat u het apparaat hebt ingeschakeld, moet het nog ongeveer 20 seconden opwarmen voordat u het kunt gebruiken. Wacht tot het HOME-scherm wordt weergegeven.
- Als het Alarm-lampje brandt of knippert en een foutbericht op het aanraakscherm verschijnt, raadpleegt u Er wordt een bericht weergegeven.
-
U kunt instellen dat het apparaat automatisch op de opgegeven tijden wordt ingeschakeld op de opgegeven dagen in de week.
-
U kunt instellen dat het apparaat automatisch wordt ingeschakeld wanneer afdrukken wordt gestart vanaf een apparaat dat met een USB of via een netwerk is verbonden, of wanneer scan- of faxontvangst wordt gestart. Deze functie is standaard uitgeschakeld.
Het apparaat uitschakelen
-
Druk op de knop AAN (ON) om het apparaat uit te zetten.
Zodra het AAN/UIT (POWER)-lampje stopt met knipperen, wordt het apparaat uitgeschakeld.
Belangrijk- Voordat u het apparaat van de netvoeding haalt nadat u het apparaat hebt uitgeschakeld, controleert u of het AAN/UIT (POWER)-lampje uit is.
Opmerking- Vergeet niet dat u geen faxen kunt verzenden of ontvangen als het apparaat is uitgeschakeld.
- Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
-
U kunt instellen dat het apparaat automatisch op de opgegeven tijden wordt uitgeschakeld op de opgegeven dagen in de week.
-
U kunt het apparaat automatisch laten uitschakelen na een opgegeven periode wanneer geen bewerkingen worden uitgevoerd of geen afdruktaken van een computer worden ontvangen. (Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld wanneer er een telefoon op is aangesloten.) Deze functie is standaard ingeschakeld.
