naar hoofdtekst gaan

Andere apparaatinstellingen

Belangrijk

  • Het beheerderswachtwoord is vereist om de instellingen te wijzigen als dit wachtwoord is ingeschakeld voor het wijzigen van instellingen op het bedieningspaneel met het beheerderswachtwoord.

  • Instelling datum/tijd (Date/time settings)

    Hiermee kunt u de huidige datum en tijd instellen.

    1. Stel de datum in.

      1. Selecteer het instellingsitem dat u wilt wijzigen.

      2. Selecteer het nummer dat u wilt invoeren.

        Voer alleen de laatste twee cijfers van het jaar in.

      3. Selecteer OK.

      4. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid.

    2. Stel de tijd in.

      1. Selecteer het instellingsitem dat u wilt wijzigen.

      2. Selecteer het nummer dat u wilt invoeren.

        Voer de datum en tijd in een 24-uursnotatie in.

      3. Selecteer OK.

      4. Selecteer nogmaals OK wanneer alle instellingen zijn voltooid.

  • Indeling datumweergave (Date display format)

    Hiermee selecteert u de notatie van datums die worden weergegeven op het aanraakscherm en die worden afgedrukt op foto's.

    Opmerking

  • Instelling zomertijd (Daylight saving time setting)

    Hiermee kunt u de opties voor zomertijd inschakelen. Als u AAN (ON) selecteert, kunt u aanvullende instellingen opgeven. Deze instelling is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het land of de regio van aankoop.

    • Startdatum/-tijd (Start date/time)

      Hiermee kunt u de datum en tijd instellen waarop de zomertijd begint.

      Maand (Month): geef hier de maand op.

      Week: geef hier de week op.

      Dag (DOW): geef hier de dag van de week op.

      Nadat u deze items hebt opgegeven en OK hebt geselecteerd, wordt het scherm waarin u het tijdsverschil voor het begin van de zomertijd instelt weergegeven.

      Geef het tijdsverschil op en selecteer OK. Hierna kunt u de einddatum en -tijd opgeven.

    • Eindatum/-tijd (End date/time)

      Hiermee kunt u de datum en tijd instellen waarop de zomertijd eindigt.

      Maand (Month): geef hier de maand op.

      Week: geef hier de week op.

      Dag (DOW): geef hier de dag van de week op.

      Nadat u deze items hebt opgegeven en OK hebt geselecteerd, wordt het scherm waarin u het tijdsverschil voor het einde van de zomertijd instelt weergegeven.

      Geef het tijdsverschil op en selecteer OK.

  • Geluidsregeling (Sound control)

    Hiermee selecteert u het volume.

    • Toetsvolume (Keypad volume)

      Hiermee selecteert u het volume van de pieptoon die wordt weergegeven wanneer u op het aanraakscherm of de knoppen op het bedieningspaneel drukt.

    • Alarmvolume (Alarm volume)

      Hiermee selecteert u het alarmvolume.

  • Stroomregeling (Power control)

    Hiermee kunt u de printer automatisch in-/uitschakelen om elektriciteit te besparen. Daarnaast kunt u de tijd en dag opgeven waarop de printer wordt in-/uitgeschakeld.

    • Autom. stroomregeling gebruiken (Use auto power control)

      Bepaalt hoe lang het duurt voordat de printer automatisch wordt uitgeschakeld als er geen handeling wordt verricht of als er geen afdrukgegevens naar de printer worden gestuurd. Daarnaast kunt u toestaan dat de printer automatisch wordt ingeschakeld wanneer een scanopdracht van een computer of afdrukgegevens naar de printer worden gestuurd.

    • Planning gebruiken (Use scheduling)

      Hier geeft u de tijd op waarop de printer automatisch op elke dag van de week wordt in-/uitgeschakeld.

    • Stroomregeling niet gebruiken (Do not use power control)

      Hiermee schakelt u de functie uit die de printer automatisch in-/uitschakelt.

    Opmerking

    • U kunt deze instelling ook selecteren door (Instellen) te selecteren in het HOME-scherm, ECO te selecteren en vervolgens Stroomregeling (Power control) te selecteren.

  • Tijdzone (Time zone)

    Hier geeft u de tijdzone op op basis van het land of de regio waar u woont.

    Als u de tijdzone voor de printer opgeeft, kan de juiste tijd worden weergegeven in e-mails die door de hoofdeenheid in de e-mailsoftware worden verzonden.

  • Herinnering over doc.verwijderen (Original removal reminder)

    Selecteer of de printer het herinneringsscherm moet weergeven voor het geval u vergeet om na het scannen het origineel van de plaat te verwijderen.

    Belangrijk

    • Afhankelijk van het type origineel of de stand van de documentklep wordt vergeten om het origineel te verwijderen mogelijk niet gedetecteerd.

  • Toetsenbordinstellingen (Keyboard settings)

    Stel het toetsenbord in.

    Selecteer Volledig toetsenbord (Full keyboard) om de toetsenbordindeling te selecteren uit de volgende drie typen.

    • QWERTY

    • QWERTZ

    • AZERTY

  • Controle inktniveau (Ink level monitor)

    • De teller voor het resterende inktniveau wordt opnieuw ingesteld.

      Wanneer u inkt toevoegt tot de bovengrens terwijl er nog inkt in de inkttank zit, moet u de teller voor het resterende inktniveau opnieuw instellen op 100%.

  • Forceer inkttankselectie (Force ink tank selection)

    U kunt opgeven welke inkt wordt gebruikt.

    • Alle inkttanks (All ink tanks)

      Gebruik zowel kleureninkt als zwarte inkt.

    • Alleen zwart (Black only)

      Gebruik alleen zwarte inkt.

      Opmerking

      • Wanneer een van de inkten de lijn van de ondergrens heeft bereikt, wordt afdrukken en kopiĆ«ren uitgeschakeld.

  • Vaste afdrukkwaliteit (Fixed print quality)

    Geeft de afdrukkwaliteit op bij afdrukken op normaal papier.

  • Instellingen schermbeveiliging (Screen lock settings)

    Vergrendel het scherm om te voorkomen dat het paneel door iemand anders dan de beheerder wordt bediend.