Normaal papier en leveringsbonnen in de cassette plaatsen
-
Bereid het papier voor.
Lijn de randen van het papier uit. Als de randen van het papier zijn omgekruld, maakt u deze plat.

Opmerking-
Lijn de randen van het papier netjes uit voordat u het papier plaatst. Als u dit niet doet, kan het papier vastlopen.
-
Als het papier gekruld is, buigt u de gekrulde hoeken in de tegenovergestelde richting naar elkaar toe totdat het papier plat is.
Zie Controle 3 in Papier vertoont vlekken/Papieroppervlak vertoont krassen/Inktvlekken/Gekruld papier voor meer informatie over het herstellen van gekruld papier.
-
-
Trek de cassette (A) uit de printer.

-
Verschuif de papiergeleiders (B) aan de voorzijde en (C) aan de rechterzijde om de papiergeleiders te openen.
-
Plaats de papierstapel in de lengterichting MET DE AFDRUKZIJDE NAAR BENEDEN in het midden van de cassette.

Belangrijk-
Plaats papier altijd in de lengterichting (D). Wanneer u papier in de breedterichting plaatst (E), kan het papier vastlopen.

Opmerking-
Lijn de papierstapel uit met de rand van de cassette, zoals in de onderstaande afbeelding.
Als de papierstapel in contact komt met het uitstekende deel (F), wordt het papier mogelijk niet goed ingevoerd.

-
Als u papier van Legal-formaat in cassette 2 wilt plaatsen, trekt u het lipje om de grootte te wijzigen (J) naar voren om de cassette uit te trekken.
-
Als u andere papierformaten dan Legal wilt plaatsen, gebruikt u de cassette als deze is versmald. Als u de cassette smaller wilt maken, trekt u het lipje om de grootte te wijzigen (J) naar voren.

-
-
Verschuif de papiergeleiders (B en C) om ze uit te lijnen met de papierstapel.
Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd.

Opmerking-
Plaats het papier niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (G).
-
Zorg dat de papierstapel lager is dan de tabs (H) van de papiergeleiders.

-
-
Plaats de cassette in de printer.
Druk de cassette helemaal in de printer totdat deze stopt.

Nadat u de cassette in de printer hebt geplaatst, wordt het scherm waarin u de instellingen voor het papier in de cassette moet bevestigen, weergegeven op het aanraakscherm.
-
Wanneer papier groter dan A4 is geplaatst, wordt de cassette uitgeschoven en steekt deze uit de printer. Als u de cassette met kracht naar binnen duwt, kan hierdoor de printer of de cassette beschadigen.

-
Als het paginaformaat en het mediumtype op het aanraakscherm overeenkomen met het formaat en type van het papier in de cassette, selecteert u Ja (Yes).
Als dit niet het geval is, selecteert u Wijzigen (Change) om de instellingen te wijzigen op basis van het formaat en type van het geplaatste papier.

Opmerking-
Als u een leveringsbon plaatst, selecteert u Leveringsbon (Delivery Slip) als mediumtype.
-
Zie Papiervervanging controleren (Check paper replacement) wanneer u het scherm voor het bevestigen van de papierinstelling wilt verbergen.
-
-
Trek een papieruitvoerlade (I) uit.

Opmerking
Opmerking
-
Afhankelijk van het gebruikte papier kan de inkt op het bedrukte oppervlak van bedrukt materiaal loskomen of vegen wanneer deze direct na het afdrukken wordt aangeraakt. Als dit gebeurt, gebruikt u de inktreductiefunctie in de afdrukinstellingen om het inktvolume te verlagen.
-
Om onjuiste afdrukken te voorkomen, biedt deze printer een functie die detecteert of de instellingen voor het papier in de cassette overeenkomen met de papierinstellingen. Selecteer de afdrukinstellingen in overeenstemming met de papierinstellingen voordat u gaat afdrukken.

