naar hoofdtekst gaan

Binnenkant van de printer reinigen (reiniging onderste plaat)

Hiermee verwijdert u vlekken van de binnenkant van de printer. Als het binnenste van het printer vuil wordt, kan bedrukt papier ook vuil worden. Daarom raden we u aan de binnenkant van het apparaat regelmatig te reinigen.

U moet het volgende voorbereiden: een vel gewoon papier van A4- of Letter-formaat*

* Zorg ervoor dat u een nieuw vel papier gebruikt.

  1. Controleer of de printer is ingeschakeld.

  2. Selecteer (Instellen) op het HOME-scherm.

    Het scherm Instellingenmenu (Setup menu) wordt weergegeven.

  3. Selecteer Onderhoud (Maintenance).

    Het scherm Onderhoud (Maintenance) wordt weergegeven.

  4. Selecteer Reiniging onderste plaat (Bottom Plate Cleaning).

    Het bevestigingsscherm wordt weergegeven.

  5. Selecteer Ja (Yes).

  6. Volg de aanwijzingen in het bericht om papier uit de achterste lade te verwijderen en selecteer daarna OK.

  7. Vouw een vel gewoon papier van het formaat A4 of Letter in de breedte dubbel, vouw het papier weer open en selecteer vervolgens OK.

  8. Plaats alleen dit vel papier in de achterste lade met de geopende zijde naar boven.

  9. Trek een papieruitvoerlade (A) uit.

  10. Selecteer OK.

    Het papier reinigt de binnenkant van het printer terwijl het wordt doorgevoerd door het printer.

    Controleer de gevouwen gedeelten van het uitgevoerde papier. Als deze inktvlekken bevatten, moet u de onderste plaat opnieuw reinigen.

  11. Selecteer OK in het voltooiingsbericht.

    Opmerking

    • Gebruik een nieuw vel papier wanneer u de onderplaat opnieuw reinigt.

Als het probleem zich blijft voordoen nadat u de onderste plaat nogmaals hebt gereinigd, zijn de uitstekende delen aan de binnenkant van het printer mogelijk vuil. Veeg inktresten op uitstekende delen weg met bijvoorbeeld een wattenstaafje.

Belangrijk

  • Schakel het apparaat altijd uit en haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u de printer gaat reinigen.

    • De printer kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er niet-verzonden faxen in het printergeheugen zijn opgeslagen. Zorg ervoor dat de printer klaar is met het verzenden of ontvangen van faxen, voordat u deze uitzet.

    • Vergeet niet dat u geen faxen kunt verzenden of ontvangen als de printer is uitgeschakeld.