naar hoofdtekst gaan

De printer tijdens de configuratie zoeken op IP-adres of hostnaam

Als de printer niet kan worden gevonden in het scherm Printerdetectie (Detect Printer), verschijnt het scherm Printerverbinding starten (Start Printer Connection).

afbeelding: De printer met het Netwerkscherm verbinden

Het Windows-scherm wordt hierboven als voorbeeld gebruikt.

Als u op IP-adres zoeken (Search By IP Address) klikt, kunt u zoeken naar een printer door het IP-adres of de hostnaam van de printer op te geven.

  1. Controleer het IP-adres of de hostnaam van de printer.

    Als u het IP-adres of de hostnaam van de printer wilt controleren, drukt u de netwerkinstellingen af of geeft u ze weer op het bedieningspaneel.

    Opmerking

    • Als u de printer op uw werk gebruikt, vraagt u de netwerkbeheerder om hulp.
  2. Geef de zoekmethode op.

    Selecteer een van de methoden hieronder.

    afbeelding: het venster Zoekmethode voor printer selecteren

    Het Windows-scherm wordt hierboven als voorbeeld gebruikt.

    A: Zoeken op IPv4-adres (Search by IPv4 address)
    Selecteer deze optie als u printers wilt zoeken via het IPv4-adres.
    B: Zoeken op IPv6-adres (Search by IPv6 address)
    Selecteer deze optie als u printers wilt zoeken via het IPv6-adres.
    C: Zoeken op hostnaam (Search by host name)
    Selecteer deze optie als u printers wilt zoeken via de hostnaam. Een hostnaam wordt LLMNR-hostnaam of Bonjour-servicenaam genoemd.
  3. Voer het IP-adres of de hostnaam in en klik op Volgende (Next).

    Het zoeken naar de printer begint.

Als er een foutmelding wordt weergegeven:

los de fout op volgens de instructies op het scherm.

Als het IP-adres dat u hebt ingevoerd al wordt gebruikt voor een ander apparaat, volgt u onderstaande procedure om het IP-adres van de printer op te geven.

  1. Selecteer (Instellen) op het HOME-scherm.

    Opmerking

    • Als Instellingen gebruikersbeheer (User management settings) is ingeschakeld, wordt het scherm voor gebruikersselectie weergegeven voordat het HOME-scherm wordt weergegeven.
  2. Selecteer Apparaatinstellingen (Printer settings)

  3. Selecteer LAN-instellingen (LAN settings)

  4. Selecteer Wi-Fi

  5. Selecteer Geavanceerd (Advanced)

  6. Selecteer TCP/IP-instellingen (TCP/IP settings)

    • Als u een IPv4-adres opgeeft:

      1. Selecteer IPv4.

      2. Selecteer Ja (Yes) in het weergegeven scherm.

      3. Selecteer IP-adres (IP address).

      4. Selecteer Handmatige instelling (Manual setup).

        Als u Automatisch instellen (Auto setup) selecteert, wordt het IP-adres automatisch opgegeven.

        Opmerking

        • Als er een waarschuwingsscherm wordt weergegeven, controleert u het bericht en selecteert u Ja (Yes).
      5. Voer een IP-adres in.

      6. Selecteer OK.

      7. Voer een subnetmasker in.

      8. Selecteer OK.

      9. Voer de standaardgateway in.

      10. Selecteer OK.

        Het IPv4-adres is opgegeven.

    • Als u een IPv6-adres opgeeft:

      1. Selecteer IPv6.

      2. Selecteer Ja (Yes) in het weergegeven scherm.

      3. Selecteer IPv6 in-/uitschakelen (Enable/disable IPv6).

      4. Selecteer Inschakelen (Enable).

        Het IPv6-adres is opgegeven.

    Belangrijk

    • Als de firewall is ingeschakeld op de computer, worden printers in een ander subnet mogelijk niet gevonden. Schakel de firewall uit.

Als de firewall het zoeken naar printers verstoort:

Het besturingssysteem dat op uw computer is geïnstalleerd en de firewallfunctie van de beveiligingssoftware kunnen de communicatie voor de installatie onbedoeld verstoren. Controleer of er een firewallbericht wordt weergegeven.

  • Als een firewallbericht wordt weergegeven:

    Als een firewallwaarschuwing wordt weergegeven dat Canon-software probeert toegang te krijgen tot het netwerk, stelt u de beveiligingssoftware zo in dat toegang wordt toegestaan.

    Nadat de software toegang heeft gekregen, gaat u terug naar de installatie en volgt u de instructies op het scherm.

  • Als geen firewallbericht wordt weergegeven:

    Schakel de firewall tijdelijk uit, ga terug naar de installatie en volg de instructies op het scherm.

    Schakel de firewall weer in nadat de instelling is voltooid.

Opmerking

  • Raadpleeg de instructiehandleiding of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie over de firewallinstellingen van het besturingssysteem of de beveiligingssoftware.