naar hoofdtekst gaan

Controleraster voor de spuitopeningen onderzoeken

Bekijk het controleraster voor de spuitopeningen en reinig zo nodig de printkop.

  1. Controleer of er lijnen ontbreken in raster C en controleer of raster D horizontale strepen bevat.

    • A: Geen ontbrekende lijnen/geen horizontale strepen
    • B: Lijnen ontbreken/er zijn horizontale strepen aanwezig
  2. Selecteer het raster in het bevestigingsscherm dat het dichtst in de buurt komt van het controleraster voor de spuitopeningen dat u hebt afgedrukt.

    Voor A (geen ontbrekende lijnen of geen horizontale strepen) in zowel raster C als raster D:

    De reiniging is niet vereist. Selecteer Alle A (All A), bevestig het bericht en selecteer vervolgens OK.

    Het onderhoudsscherm wordt opnieuw weergegeven.

    Voor B (lijnen ontbreken of er zijn horizontale strepen aanwezig) in raster C of raster D of in beide rasters:

    De reiniging is vereist. Selecteer Ook B (Also B) en selecteer daarna Ja (Yes) in het bevestigingsscherm voor de reiniging.

    De printer start het reinigen van de printkop.

    Als raster C of een kleur in raster D niet wordt afgedrukt:

    (Voorbeeld: Magenta raster wordt niet afgedrukt)

    De reiniging is vereist. Selecteer Ook B (Also B) en selecteer daarna Ja (Yes) in het bevestigingsscherm voor de reiniging.

    De printer start het reinigen van de printkop.