naar hoofdtekst gaan

Bedieningspaneel

A: Knop AAN (ON)

Hiermee kunt u het apparaat aan- of uitzetten. De documentklep moet gesloten zijn als het apparaat wordt aangezet.

B: AAN (ON)-lampje
Dit lampje knippert en brandt vervolgens wanneer het apparaat wordt aangezet.
C: Papier (Paper)-lampje
Brandt afhankelijk van het huidige papierformaat.
D: De knop Papier selecteren (Paper Select)
Selecteer het papierformaat van de printer.
E: Knop Zwart (Black)
Hiermee start u kopiƫren in zwart-wit enz.
F: Knop Kleur (Color)
Hiermee start u kopiƫren in kleur enz.
G: Knop Stoppen (Stop)

Hiermee annuleert u een actieve afdruk-, kopieer- of scantaak. U kunt ook de knop Stoppen (Stop) ingedrukt houden om onderhoud uit te voeren of de apparaatinstellingen te configureren.

H: Alarm-lampje
Wanneer er een fout optreedt, knippert of brandt dit lampje.
I: Knop OK
Voltooit de selectie van het papierformaat. Wordt ook gebruikt om fouten op te lossen.
J: Wi-Fi-knop
Wi-Fi in-/uitschakelen. Brandt wanneer Wi-Fi is ingeschakeld.
K: Knop Draadloos verbinden (Wireless connect)

Als u de knop ingedrukt houdt, licht de knop op. De printer wordt in de stand-bymodus gezet voor eenvoudige verbinding met een pc en smartphone.