Normaal papier/fotopapier plaatsen
U kunt normaal papier of fotopapier plaatsen.
Belangrijk
- Als u normaal papier uitknipt tot een klein formaat, zoals 10 x 15 cm (4 x 6 inch), 13 x 18 cm (5 x 7 inch), 127 x 127 mm of visitekaartjes om een proefafdruk te maken, kan dit ertoe leiden dat het papier vastloopt.
Opmerking
-
Wij raden aan om origineel fotopapier van Canon te gebruiken voor het afdrukken van foto's.
Raadpleeg Ondersteunde mediumtypen voor meer informatie over origineel Canon-papier.
-
U kunt normaal kopieerpapier of Canon Red Label Superior WOP111/Canon Océ Office Colour Paper SAT213 gebruiken.
Zie Ondersteunde mediumtypen voor het paginaformaat en het papiergewicht dat u kunt gebruiken voor deze printer.
-
Bereid het papier voor.
Lijn de randen van het papier uit. Als de randen van het papier zijn omgekruld, maakt u deze plat.

Opmerking- Lijn de randen van het papier netjes uit voordat u het papier plaatst. Als u dit niet doet, kan het papier vastlopen.
-
Als het papier gekruld is, buigt u de gekrulde hoeken in de tegenovergestelde richting naar elkaar toe totdat het papier plat is.
Zie Controle 3 in Papier vertoont vlekken / Papieroppervlak vertoont krassen voor meer informatie over het herstellen van gekruld papier.
-
Plaats papier.
-
Open de papiersteun (A).

-
Trek de papieruitvoerlade (B) uit en open het verlengstuk van de uitvoerlade (C).

-
Plaats papier MET DE AFDRUKZIJDE OMHOOG GERICHT.
-
Lijn de papiergeleiders (D) uit met de papierbreedte.
Schuif de papiergeleiders niet te hard tegen het papier. Dan wordt het papier misschien niet goed ingevoerd.

Belangrijk-
Plaats het papier altijd in de lengterichting (E). Wanneer u papier in de breedterichting plaatst (F), kan het papier vastlopen.

Opmerking-
Plaats het papier niet hoger dan de markering voor de maximumcapaciteit (G).

-
-
Opmerking
-
Wanneer u afdrukt, selecteert u het formaat en type van het geplaatste papier in het venster met afdrukinstellingen op de computer.
-
Er zijn verschillende soorten papier, zoals papier met een speciale coating waarop foto’s met een optimale kwaliteit kunnen worden afgedrukt en papier dat geschikt is voor documenten. Voor elk mediumtype zijn er vooraf gedefinieerde instellingen (de manier waarop inkt wordt gebruikt en gespoten, de afstand vanaf de spuitopeningen enz.), waarmee u afdrukken met een optimale beeldkwaliteit op dat mediumtype kunt maken. Onjuiste papierinstellingen kunnen ook leiden tot afdrukkleuren van slechte kwaliteit of tot krassen op de afdruk. Als de afdruk vlekken of ongelijkmatige kleuren vertoont, verhoogt u de instelling voor de afdrukkwaliteit en probeert u het opnieuw.
-


