Controle 4: Kan het apparaat niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van het draadloze LAN

Controleer de configuratie van de draadloze router en zorg dat het apparaat niet te ver van de draadloze router is geplaatst.
-
Locatie van draadloze router controleren
Nadat u de instelling van de draadloze router hebt gecontroleerd, zorgt u dat het apparaat niet te ver van de draadloze router is geplaatst.
Plaats de draadloze router en het apparaat zonder obstakels ertussen. Draadloze communicatie tussen verschillende kamers of verschillende verdiepingen is over het algemeen gebrekkig. De draadloze communicatie kan worden verhinderd door bouwmaterialen die metaal of beton bevatten. Als het apparaat niet kan communiceren met de computer via een draadloos LAN vanwege een muur, plaatst u het apparaat en de computer in dezelfde ruimte.
Als een apparaat zoals een magnetron dat radiogolven van dezelfde frequentie uitzendt als een draadloze router in de buurt staat, kant dat storingen veroorzaken. Plaats de draadloze router zo ver mogelijk van de storingsbronnen.
-
Instellingen van draadloze router controleren
Het apparaat en de draadloze router moeten zijn verbonden op een bandbreedte van 2,4 GHz. Zorg dat de draadloze router voor de bestemming van het apparaat is geconfigureerd voor gebruik van de bandbreedte 2,4 GHz.
Voor meer informatie over de draadloze router raadpleegt u de instructiehandleiding van de draadloze router of neemt u contact op met de fabrikant.
Nadat u de bovenstaande maatregelen hebt getroffen, klikt u op Opnieuw detecteren (Redetect) in het scherm Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om het apparaat opnieuw te detecteren.
Als het apparaat wordt gevonden, volgt u de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met het instellen van de netwerkcommunicatie.
Als het apparaat nog niet is gevonden:
Als het apparaat nog niet is gedetecteerd nadat alle items zijn gecontroleerd, sluit u het apparaat aan op de computer met een USB- kabel om de netwerkcommunicatie in te stellen.
Schakel het selectievakje Netwerkverbinding instellen via USB (Set up the network connection via USB) op het tabblad Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) in en klik op Volgende (Next).

