naar hoofdtekst gaan

Kan geen faxen verzenden vanaf een computer

  1. Controle 1 Is het apparaat ingeschakeld?

    U kunt geen faxen verzenden als de stroom is uitgeschakeld. Druk op de knop AAN (ON) om de stroom in te schakelen.

    Als u de stekker uit het stopcontact haalt zonder het apparaat uit te schakelen (een van de knoppen op het bedieningspaneel brandt), wordt het apparaat ingeschakeld als u de stekker weer in het stopcontact steekt.

    Als u de stekker uit het stopcontact haalt nadat u op de knop AAN (ON) hebt gedrukt om de stroom uit te schakelen (de knoppen op het bedieningspaneel zijn niet verlicht), steekt u de stekker weer in het stopcontact en drukt u op de knop AAN (ON) om de stroom weer in te schakelen.

    Als de stroom is uitgeschakeld als gevolg van een stroomstoring, schakelt deze automatisch weer in wanneer de stroomstoring is opgelost.

    Belangrijk

    • Controleer of alle lampjes op het bedieningspaneel uit zijn voordat u het netsnoer uit het stopcontact haalt.

      Als er een stroomstoring optreedt of u het netsnoer loskoppelt, worden alle faxen in het apparaatgeheugen verwijderd.

    Opmerking

    • Als de opgeslagen faxen in het apparaatgeheugen zijn gewist na een stroomstoring of nadat u de stekker uit het stopcontact hebt gehaald, wordt de lijst met faxen die uit het apparaatgeheugen zijn gewist, afgedrukt nadat u het apparaat hebt ingeschakeld.
  2. Controle 2 Wordt het document verzonden vanuit het geheugen of wordt een fax ontvangen in het geheugen?

    Wanneer het bericht voor verzenden/ontvangen wordt weergegeven op de LCD-monitor van het apparaat, wordt er een fax verzonden vanuit/ontvangen in het apparaatgeheugen. Wacht totdat de verzending/ontvangst is voltooid.

  3. Controle 3 Is het juiste type telefoonlijn ingesteld?

    Controleer de instellingen voor het type telefoonlijn en wijzig deze zo nodig.

  4. Controle 4 Is Kiestoondetectie (Dial tone detect) ingesteld op AAN (ON)?

    Probeer de fax na een tijdje opnieuw te verzenden.

    Als u nog steeds geen fax kunt verzenden, selecteert u UIT (OFF) voor Kiestoondetectie (Dial tone detect) bij Geavanc. FAX-instellingen (Advanced FAX settings) onder Faxinstellingen (FAX settings).

  5. Controle 5 Is het faxnummer van de ontvanger correct?

    Controleer het faxnummer van de ontvanger en verzend het document opnieuw.

    Opmerking

  6. Controle 6 Treedt er een fout op tijdens het verzenden?

    Controleer of er een bericht wordt weergegeven op het computerscherm.

    Wordt er een bericht weergegeven, lees dan dit bericht en los de fout op.

  7. Controle 7 Treedt er een printerfout op?

    Controleer of er een bericht wordt weergegeven op de LCD-monitor.

    Als er een ondersteuningscode wordt weergegeven, raadpleegt u 'Lijst met ondersteuningscodes' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.

    Als er geen ondersteuningscode wordt weergegeven, raadpleegt u 'Een bericht verschijnt op het scherm' voor uw model vanuit de startpagina van de Online handleiding.

    Als u haast heeft, kunt u op de knop Stoppen (Stop) drukken om het bericht te sluiten en vervolgens de fax verzenden.

  8. Controle 8 Is de telefoonlijn correct aangesloten?

    Verbind de telefoonkabel opnieuw met de telefoonaansluiting.

    Als de telefoonlijn correct is verbonden, is er een probleem met de telefoonlijn. Neem contact op met uw telefoonmaatschappij en de fabrikant van uw toestel- of telefoonadapter.