2111
Oorzaak
De papierinstellingen voor afdrukken verschillen van de papiergegevens van de cassette die op de printer zijn geregistreerd.
Opmerking
-
Voor meer informatie over de juiste combinatie van papierinstellingen die u kunt opgeven via het printerstuurprogramma of het LCD-scherm:
Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Windows)
Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Mac)
Het Papierformaat instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Windows)
Het Papierformaat instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Mac)
-
Voor meer informatie over de papiergegevens van de cassette die zijn geregistreerd op de printer raadpleegt u:
Papierinstelling voor afdrukken (Windows)
Papierinstelling voor afdrukken (Mac)
Papierinstellingen voor afdrukken (smartphone enzovoort)
Als de papierinstellingen voor afdrukken verschillen van de papiergegevens voor de cassette die op de printer als volgt zijn geregistreerd, wordt er een bericht weergegeven op het LCD-scherm.
-
Papierinstellingen opgegeven in het printerstuurprogramma:
Papierformaat: B5
Mediumtype: gewoon papier
-
Papiergegevens voor de cassette die zijn geregistreerd op de printer:
Papierformaat: A4
Mediumtype: gewoon papier
Actie
Nadat u op de knop OK van de printer gedrukt hebt, wordt het volgende scherm op het LCD-scherm weergegeven.
Kies, indien nodig, wat u wilt doen.
Opmerking
-
Afhankelijk van de instellingen van het apparaat worden de onderstaande opties misschien niet weergegeven.
- Cass.instell. gebr. (Use cass. settings)
-
Selecteer deze optie als u wilt afdrukken op papier dat in de cassette 1 geplaatst is, zonder de papierinstellingen te hoeven wijzigen.
Als de papierinstelling voor afdrukken bijvoorbeeld B5 is en de op de printer geregistreerde papiergegevens van de cassette A4, gebruikt de printer de instelling B5 om af te drukken op het papier dat in de cassette 1 is geplaatst.
- Vervang het papier (Replace the paper)
-
Selecteer deze optie als u na het vervangen van het papier in de cassette 1 wilt afdrukken.
Als de papierinstelling voor afdrukken bijvoorbeeld B5 is en de op de printer geregistreerde papiergegevens van de cassette A4, plaatst u papier van B5-formaat in de cassette 1 voordat u begint met afdrukken.
Het registratiescherm voor papiergegevens van de cassette wordt weergegeven nadat u het papier vervangen en de cassette 1 geplaatst hebt. Registreer de papiergegevens van de cassette op basis van het papier dat u in de cassette 1 geplaatst hebt.
Opmerking
-
Indien u niet weet welke papiergegevens u op de printer moet registreren, drukt u op de knop Terug (Back) in het scherm voor het selecteren van de gewenste bewerking. Wanneer het vorige scherm wordt weergegeven, bevestigt u het papierformaat en het mediumtype, en registreert u deze vervolgens op de printer.
-
Voor meer informatie over de juiste combinatie van papierinstellingen die u kunt opgeven via het printerstuurprogramma of het LCD-scherm:
Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Windows)
Het Type media instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Mac)
Het Papierformaat instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Windows)
Het Papierformaat instellen met het printerstuurprogramma en op de printer (Mac)
-
- Afdrukken annuleren (Cancel printing)
-
Hiermee annuleert u het afdrukken.
Selecteer dit wanneer u de papierinstellingen voor afdrukken wijzigt. Wijzig de papierinstellingen en probeer nogmaals af te drukken.
Opmerking
-
U kunt het bericht dat onjuist afdrukken voorkomt uitschakelen. Wanneer u het bericht uitschakelt, begint de printer met afdrukken ook al verschillen de papierinstellingen voor afdrukken van de papiergegevens van de cassette die op de printer zijn geregistreerd.
-
De instelling wijzigen via het bedieningspaneel:
Cassette-instell. (Windows)
Cassette-instell. (Mac)
Cassette-instellingen (smartphone enzovoort)
-
De instelling wijzigen via het printerstuurprogramma:
-