2110
Oorzaak
De papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren komen niet overeen met de papiergegevens voor de cassette die op de printer zijn ingesteld.
Opmerking
-
Klik hieronder voor meer informatie over het juiste verband tussen de papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op het LCD-scherm.
- Voor kopiëren geeft u de papierinstellingen voor kopiëren op in overeenstemming met de papiergegevens van de cassette die op de printer zijn ingesteld.
-
Klik hieronder voor informatie over de papiergegevens van de cassette die zijn ingesteld op de printer.
Als de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren niet overeenkomen met de papiergegevens voor de cassette die zijn ingesteld op de printer, zoals u hieronder ziet, wordt een bericht weergegeven op het LCD-scherm.
-
Papierinstellingen opgegeven in het printerstuurprogramma:
Papierformaat: A5
Mediumtype: gewoon papier
-
Papiergegevens van de cassette die zijn ingesteld op de printer:
Papierformaat: A4
Mediumtype: gewoon papier
Nadat u OK op het LCD-scherm hebt geselecteerd, worden de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren onder het bericht weergegeven.
Wat te doen
Selecteer nogmaals OK op het LCD-scherm om het onderstaande scherm weer te geven.
Selecteer de juiste actie.
Opmerking
- Mogelijk worden niet alle onderstaande opties weergegeven, afhankelijk van de instellingen.
- Afdrukken met geplaatst papier. (Print with the loaded paper.)
- Selecteer deze optie als u wilt afdrukken of kopiëren op het papier in de cassette zonder de papierinstellingen te wijzigen.
- Als de papierinstelling voor afdrukken of kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de papiergegevens voor de cassette is ingesteld op A4, wordt de instelling A5 gebruikt om af te drukken of te kopiëren op het papier in de cassette.
- Vervang het papier en druk af (Replace the paper and print)
- Selecteer deze optie als u wilt afdrukken nadat u het papier in de cassette hebt vervangen.
- Als de papierinstelling voor afdrukken of kopiëren bijvoorbeeld A5 is en de papiergegevens voor de cassette is ingesteld op A4, wijzigt u het papier in de cassette in A5-papier en gaat u verder met afdrukken of kopiëren.
- Wanneer u de cassette hebt geplaatst nadat het papier is gewijzigd, wordt het scherm voor het instellen van papiergegevens voor de cassette weergegeven. Stel papiergegevens voor het papier in de cassette in.
- Als u niet weet welke papiergegevens u moet instellen, drukt u op de knop Terug (Back). Het vorige scherm verschijnt, waarop het papierformaat en het mediumtype worden weergegeven. Controleer de papierinstellingen en stel ze in als de papiergegevens voor de cassette.
-
Klik hieronder voor meer informatie over het juiste verband tussen de papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op het LCD-scherm.
- Annuleren (Cancel)
- Hiermee annuleert u het afdrukken.
- Selecteer deze optie als u de papierinstellingen voor afdrukken of kopiëren wilt wijzigen. Wijzig de papierinstellingen en probeer opnieuw af te drukken.
Opmerking
Opmerking
-
Als u het bericht dat onjuist afdrukken voorkomt niet wilt weergeven, wijzigt u de instelling zoals hieronder wordt beschreven. Wanneer u het bericht wist, gebruikt de printer de papierinstellingen om af te drukken of te kopiëren op het papier in de cassette, ongeacht of het papier overeenkomt met deze instellingen.
-
De instelling voor weergave van het bericht bij afdrukken of kopiëren wijzigen met het bedieningspaneel van de printer:
-
De instelling voor berichtenweergave wijzigen tijdens het afdrukken met het printerstuurprogramma:
-