naar hoofdtekst gaan

Andere gevallen

Controleer het volgende:

Belangrijk

  • De printer mag niet worden uitgeschakeld tijdens het verzenden of ontvangen van een fax of als de ontvangen of niet-verzonden fax in het printergeheugen is opgeslagen.

    Zet de printer uit nadat u hebt gecontroleerd of het verzenden of ontvangen van alle faxen is voltooid. Trek de stekker er niet uit wanneer u de printer uitschakelt.

    Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het geheugen van de printer zijn opgeslagen.

  1. Controle 1 Wordt de papieruitvoersleuf geblokkeerd?

  2. Controle 2 Zijn de transporteenheidklep en de achterklep correct bevestigd?

    Zie Achteraanzicht voor de locatie van de transporteenheidklep en de achterklep.

  3. Controle 3 Bevinden zich vreemde voorwerpen in de achterste lade?

    Als er vreemde voorwerpen in de achterste lade zitten, schakelt u de printer uit, koppelt u de printer los en verwijdert u het voorwerp.

    Opmerking

    • Als de klep van de invoersleuf is geopend, sluit u deze langzaam.
  4. Controle 4 Is het papier gekruld?

    Herstel het gekrulde papier voordat u het papier plaatst.