naar hoofdtekst gaan

Bericht (ondersteuningscode) wordt weergegeven

In dit gedeelte worden enkele berichten beschreven die kunnen worden weergegeven.

Opmerking

Zie hieronder als er een bericht wordt weergegeven op het LCD-scherm van de printer.

Zie hieronder als er een bericht wordt weergegeven op de computer.

Er wordt een bericht weergegeven op het LCD-scherm van de printer

Controleer het bericht en voer de juiste handelingen uit.

  • Apparaat is de laatste keer niet correct uitgeschakeld. Druk op wanneer u het apparaat uitschakelt.

    Mogelijk is de stekker uit het stopcontact gehaald terwijl de printer nog was ingeschakeld of er kan geen batterijvoeding meer worden geleverd vanwege een lege batterij.

    Druk op de knop OK op de printer om de fout te annuleren.

    Opmerking

  • Kan geen verbinding maken met de server. Wacht even en probeer het opnieuw.

    De printer kan geen verbinding met de server maken wegens een communicatiefout.

    Druk op knop OK van de printer om de fout te annuleren en probeer het na enige tijd opnieuw.

Er wordt een foutbericht weergegeven over de hendel voor papierdikte (Windows)

De juiste positie van de hendel voor papierdikte hangt af van het papiertype waarop u afdrukt.

Schuif de hendel voor papierdikte naar links wanneer u wilt afdrukken op enveloppen. Schuif de hendel voor papierdikte naar rechts wanneer u wilt afdrukken op ander papier dan enveloppen.

Pas de positie van de hendel voor papierdikte aan en klik vervolgens op OK op het scherm.

Er wordt een foutbericht weergegeven over het netsnoer dat wordt losgekoppeld (Windows)

Mogelijk is de stekker uit het stopcontact gehaald terwijl de printer nog was ingeschakeld of er kan geen batterijvoeding meer worden geleverd vanwege een lege batterij.

Controleer het foutbericht dat op de computer wordt weergegeven en klik op OK.

De printer begint met afdrukken.

Opmerking

Schrijffout/Uitvoerfout/Communicatiefout (Windows)

  1. Controle 1 Als het AAN (ON)-lampje uit is, drukt u op de knop AAN (ON) op de printer.

    Het AAN (ON)-lampje knippert terwijl de printer wordt geïnitialiseerd. Wacht totdat het AAN (ON)-lampje stopt met knipperen en blijft branden.

  2. Controle 2 Controleer of de printer goed is aangesloten op de computer.

    Als u een USB-kabel gebruikt, moet u controleren of deze goed is aangesloten op de printer en de computer. Als de USB-kabel goed is aangesloten, controleert u het volgende:

    • Als u een doorschakelapparaat zoals een USB-hub gebruikt, koppelt u dit los, sluit u de printer rechtstreeks aan op de computer en probeert u opnieuw af te drukken. Als het afdrukken normaal wordt gestart, is er een probleem met het doorschakelapparaat. Neem contact op met de leverancier van het doorschakelapparaat.
    • Er kan ook een probleem met de USB-kabel zijn. Vervang de USB-kabel en probeer nogmaals af te drukken.

    Als u de printer via een LAN gebruikt, controleert u of de printer correct is ingesteld voor gebruik via het netwerk.

  3. Controle 3 Zorg dat het printerstuurprogramma op de juiste wijze is geïnstalleerd.

    Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen en klik hier om het opnieuw te installeren.

  4. Controle 4 Als de printer met een USB-kabel op de computer is aangesloten, controleert u de apparaatstatus vanaf de computer.

    Volg de onderstaande procedure om de apparaatstatus te controleren.

    1. Selecteer Configuratiescherm (Control Panel) > Hardware en geluiden (Hardware and Sound) > Apparaatbeheer (Device Manager).

      Opmerking

      • Als het scherm Gebruikersaccountbeheer (User Account Control) wordt weergegeven, selecteert u Doorgaan (Continue).
    2. Open Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support Properties).

      Dubbelklik op USB-controllers (Universal Serial Bus controllers) en op Ondersteuning voor USB-afdrukken (USB Printing Support).

      Opmerking

    3. Klik op het tabblad Algemeen (General) en controleer of er een apparaatprobleem is.

      Als er een apparaatfout wordt weergegeven, raadpleegt u Windows Help om deze te verhelpen.

Andere foutberichten (Windows)

  1. Controle Controleer het volgende als er een foutbericht buiten de printerstatusmonitor wordt weergegeven:

    • Kan niet spoolen wegens onvoldoende schijfruimte (Could not spool successfully due to insufficient disk space)

      Verwijder onnodige bestanden om schijfruimte vrij te maken.

    • Kan niet spoolen wegens onvoldoende geheugen (Could not spool successfully due to insufficient memory)

      Verhoog de beschikbare hoeveelheid geheugen door andere toepassingen te sluiten.

      Als u nog steeds niet kunt afdrukken, start u de computer opnieuw op en probeert u nogmaals af te drukken.

    • Kan printerstuurprogramma niet vinden (Printer driver could not be found)

      Verwijder het printerstuurprogramma aan de hand van de procedure in Het onnodige printerstuurprogramma verwijderen en klik hier om het opnieuw te installeren.

    • Afdrukken Toepassingsnaam mislukt (Could not print Application name) - Bestandsnaam

      Probeer nogmaals af te drukken nadat de huidige taak is voltooid.