2114
Oorzaak
De papierinstellingen voor afdrukken in de bovenste invoer verschillen van de papierinformatie op de printer.
Opmerking
-
Klik hieronder voor meer informatie over het juiste verband tussen de papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op het LCD-scherm.
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype) (Windows)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype) (Mac OS)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat) (Windows)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat) (Mac OS) -
Hieronder staat meer over de papierinformatie voor de bovenste invoer die is ingesteld op de printer.
Als de papierinstellingen niet overeenkomen met de papierinformatie voor de bovenste invoer die is ingesteld op de printer, zoals hieronder te zien is, wordt er een bericht op het LCD-scherm weergegeven.
-
Papierinstellingen opgegeven in het printerstuurprogramma:
Papierformaat: A5
Mediumtype: gewoon papier
-
Bovenste invoer papiergegevens zoals ingesteld op de printer:
Papierformaat: A4
Mediumtype: gewoon papier
Nadat u op de OK-knop van de printer hebt gedrukt, worden de papierinstellingen onder het bericht weergegeven.

Wat te doen
Als u nogmaals op de OK-knop van de printer drukt, wordt het onderstaande scherm op het LCD-scherm weergegeven.

Selecteer de juiste actie.
Opmerking
-
Mogelijk worden niet alle onderstaande opties weergegeven, afhankelijk van de instelling.
- Afdrukken met geplaatst papier. (Print with the loaded paper.)
-
Selecteer deze optie om het papier in de bovenste invoer te bedrukken, zonder de papierinstellingen te wijzigen.
-
Voorbeeld: staat de papierinstelling op A5, en staat er A4 ingesteld bij de papierinformatie voor de bovenste invoer, dan wordt de A5-formaatinstelling gebruikt om het A4-papier in de bovenste invoer te bedrukken.
- Vervang het papier en druk af (Replace the paper and print)
-
Selecteer deze optie om af te drukken nadat het papier in de bovenste invoer is vervangen.
-
Voorbeeld: staat de papierinstelling op A5, en staat er A4 ingesteld bij de papierinformatie voor de bovenste invoer, dan vervangt u het papier in de bovenste invoer door A5-papier en gaat u verder met afdrukken.
-
Nadat u het papier hebt vervangen en het klepje over de invoersleuf hebt gesloten, wordt het scherm voor het instellen van de papierinformatie voor de bovenste invoer weergegeven. Stel de papierinformatie voor het papier in de bovenste invoer in.
-
Als u niet weet welke papiergegevens u moet instellen, drukt u op de knop Terug (Back). Het vorige scherm verschijnt, waarop het papierformaat en het mediumtype worden weergegeven. Controleer de papierinstellingen en gebruik dezelfde instellingen voor het papier in de bovenste invoer.
-
Klik hieronder voor meer informatie over het juiste verband tussen de papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op het LCD-scherm.
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype) (Windows)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (mediumtype) (Mac OS)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat) (Windows)
Papierinstellingen in het printerstuurprogramma en op de printer (papierformaat) (Mac OS) - Annuleren (Cancel)
-
Hiermee annuleert u het afdrukken.
-
Selecteer deze optie om de papierinstellingen te wijzigen. Wijzig de papierinstellingen en probeer opnieuw af te drukken.
Opmerking
Opmerking
-
Als u het bericht dat onjuist afdrukken voorkomt niet wilt weergeven, wijzigt u de instelling zoals hieronder wordt beschreven. Als u dit bericht negeert, gebruikt de printer de papierinstellingen om het papier in de bovenste invoer te bedrukken, zelfs als het papier niet overeenkomt met de instellingen.
-
De instelling voor berichtenweergave wijzigen tijdens het afdrukken met het bedieningspaneel van de printer:
-
De instelling voor berichtenweergave wijzigen tijdens het afdrukken met het printerstuurprogramma:
-

