1313

Oorzaak

Het papier is vastgelopen terwijl het apparaat het bedrukte papier naar binnen trok.

Actie

Als het papier is vastgelopen terwijl het apparaat het bedrukte papier naar binnen trok, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.

Belangrijk
  • Als het afgedrukte papier zich opstapelt in de papieruitvoersleuf, kan het apparaat dit naar binnen trekken, waardoor het papier vastloopt in het apparaat. Verwijder het afgedrukte papier uit de papieruitvoersleuf voordat 50 vellen zijn afgedrukt.

  • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.

    Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen door het apparaat is voltooid voordat u het netsnoer loskoppelt.

    Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.

Opmerking
  • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.

  1. Verwijder de achterklep.

    Trek de achterklep eruit.

  2. Verwijder de transporteenheidklep.

    Til de transporteenheidklep omhoog en trek deze eruit.

  3. Trek het papier er langzaam uit.

    Opmerking
    • Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan.

    • Als u het papier er niet uit kunt trekken, opent u de papieruitvoerlade.

  4. Bevestig de transporteenheidklep.

    Plaats de transporteenheidklep op de achterzijde van het apparaat.

  5. Maak de achterklep vast.

    Plaats de achterklep op de achterzijde van het apparaat.

Als u het papier niet kon verwijderen in stap 3:

  1. Verwijder de bovenste en onderste cassette.

  2. Trek het papier er langzaam uit.

  3. Als het papier niet correct in de cassette is geplaatst, verwijdert u het papier en plaatst u dit opnieuw, waarbij u de randen van de vellen uitlijnt.

    Opmerking
    • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst.

  4. Bevestig de cassettes op het apparaat en druk vervolgens op de knop OK.

Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.

Naar boven

1313

Oorzaak

Het papier is vastgelopen terwijl het apparaat het bedrukte papier naar binnen trok.

Actie

Als het papier is vastgelopen terwijl het apparaat het bedrukte papier naar binnen trok, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.

Belangrijk
  • Als het afgedrukte papier zich opstapelt in de papieruitvoersleuf, kan het apparaat dit naar binnen trekken, waardoor het papier vastloopt in het apparaat. Verwijder het afgedrukte papier uit de papieruitvoersleuf voordat 50 vellen zijn afgedrukt.

  • Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.

    Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen door het apparaat is voltooid voordat u het netsnoer loskoppelt.

    Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.

Opmerking
  • Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.

  1. Verwijder de achterklep.

  2. Verwijder de transporteenheidklep.

  3. Trek het papier er langzaam uit.

    Opmerking
    • Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan.

    • Als u het papier er niet uit kunt trekken, opent u de papieruitvoerlade.

  4. Bevestig de transporteenheidklep.

  5. Maak de achterklep vast.

Als u het papier niet kon verwijderen in stap 3:

  1. Verwijder de bovenste en onderste cassette.

  2. Trek het papier er langzaam uit.

  3. Als het papier niet correct in de cassette is geplaatst, verwijdert u het papier en plaatst u dit opnieuw, waarbij u de randen van de vellen uitlijnt.

    Opmerking
    • Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst.

  4. Bevestig de cassettes op het apparaat en druk vervolgens op de knop OK.

Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.

Naar boven