Het papier in de cassette (onderste) is vastgelopen.
Als het papier in de cassette (onderste) is vastgelopen, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen door het apparaat is voltooid voordat u het netsnoer loskoppelt.
Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Verwijder de achterklep.
Trek de achterklep eruit.
Trek het papier er langzaam uit.
Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan.
Open de papieruitvoerlade als u het papier er niet uit kunt trekken.
Maak de achterklep vast.
Plaats de achterklep op de achterzijde van het apparaat.
Als u het papier niet kon verwijderen in stap 2:
Verwijder de bovenste en onderste cassette.
Trek het papier er langzaam uit.
Als het papier niet correct in de cassette is geplaatst, verwijdert u het papier en plaatst u dit opnieuw, waarbij u de randen van de vellen uitlijnt.
Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst.
Bevestig de cassettes op het apparaat en druk vervolgens op de knop OK.
Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Naar boven |
Het papier in de cassette (onderste) is vastgelopen.
Als het papier in de cassette (onderste) is vastgelopen, verwijdert u het papier aan de hand van de volgende procedure.
Het apparaat kan niet worden uitgeschakeld terwijl een fax wordt verzonden of ontvangen, of als er ontvangen of niet-verzonden faxen in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Zorg dat het verzenden of ontvangen van alle faxen door het apparaat is voltooid voordat u het netsnoer loskoppelt.
Als u het netsnoer uit het stopcontact haalt, gaan alle faxen verloren die in het apparaatgeheugen zijn opgeslagen.
Soms moet u tijdens het afdrukken het apparaat uitzetten om vastgelopen papier te verwijderen. Druk in dat geval op de knop Stoppen (Stop) om afdruktaken te annuleren voordat u het apparaat uitzet.
Verwijder de achterklep.
Trek het papier er langzaam uit.
Raak de binnenste delen van het apparaat niet aan.
Open de papieruitvoerlade als u het papier er niet uit kunt trekken.
Maak de achterklep vast.
Als u het papier niet kon verwijderen in stap 2:
Verwijder de bovenste en onderste cassette.
Trek het papier er langzaam uit.
Als het papier niet correct in de cassette is geplaatst, verwijdert u het papier en plaatst u dit opnieuw, waarbij u de randen van de vellen uitlijnt.
Controleer tijdens het opnieuw plaatsen van het papier of u papier gebruikt dat geschikt is voor afdrukken en of u het papier correct plaatst.
Bevestig de cassettes op het apparaat en druk vervolgens op de knop OK.
Neem contact op met het servicecentrum als u het papier niet kunt verwijderen, het papier in het apparaat scheurt of het foutbericht niet verdwijnt nadat u het vastgelopen papier hebt verwijderd.
Naar boven |