De inkt is op.
Vervang de inktpatroon en sluit de papieruitvoerklep.
Als er wordt afgedrukt en u wilt doorgaan met afdrukken, drukt u minstens 5 seconden op de knop Stoppen (Stop) op het apparaat terwijl de inktpatroon is geïnstalleerd. Het afdrukken kan worden voortgezet terwijl de inkt op is.
De functie voor het bepalen van de resterende inktvoorraad wordt uitgeschakeld.
Vervang de lege inktpatroon direct na het afdrukken. De afdrukkwaliteit is niet voldoende als u de printer blijft gebruiken wanneer de inkt op is.
Als de functie voor het detecteren van de resterende hoeveelheid inkt is uitgeschakeld, wordt de grijze inktcartridge weergegeven bij het resterende inktvolume op het LCD-scherm.
Aangezien de gegevens in de fax verloren kunnen gaan als de fax in deze omstandigheden wordt afgedrukt, wordt de ontvangen fax niet afgedrukt, maar opgeslagen in het apparaatgeheugen totdat de inktcartridge wordt vervangen. U moet faxen die in het geheugen zijn opgeslagen handmatig afdrukken. U kunt de instelling zo wijzigen dat de ontvangen fax altijd wordt afgedrukt in plaats van in het geheugen te worden opgeslagen, maar de faxgegevens worden dan mogelijk niet of slechts gedeeltelijk afgedrukt omdat de inkt op is.
Naar boven |