naar hoofdtekst gaan

2113

Oorzaak

De afdrukinstellingen die zijn opgegeven toen u ging afdrukken/kopiëren, zijn niet geschikt voor het papier dat is geplaatst in de achterste lade of in de cassette.

Opmerking

Wat te doen

Voer de onderstaande stappen uit om de juiste afdrukinstellingen op te geven voor het papier dat in de printer is geplaatst en te proberen opnieuw af te drukken/te kopiëren.

  1. Selecteer Volgende (Next).

  2. Selecteer Afdruk annul. (Cancel print).

  3. Plaats opnieuw papier voor afdrukken/kopiëren.

    • Als u papier gebruikt vanuit de achterste lade:

    • Als u papier gebruikt vanuit de cassette:

  4. Controleer de papierinformatie (papierformaat en mediumtype).

    De papierinformatie wordt gebruikt om de afdrukinstellingen op te geven in stap 5.

    • Als u papier gebruikt vanuit de achterste lade:

      Controleer de papierinformatie (papierformaat en mediumtype) en selecteer Ja (Yes).

    • Als u papier gebruikt vanuit de cassette:

      Controleer de papierinformatie (papierformaat en mediumtype) en selecteer Ja (Yes).

  5. Geef de papierinformatie (papierformaat en mediumtype) op.

    • Als u kopieert:

      1. Selecteer Instellingen (Settings).

      2. Geef de papierinformatie (papierformaat en mediumtype) op die u in stap 4 hebt gecontroleerd.

    Opmerking

  6. Druk op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black) op de printer.

Andere maatregelen

Papier plaatsen dat is opgegeven in de afdrukinstellingen

Voer de onderstaande stappen uit als u het papier dat in de achterste lade / cassette is geplaatst, wilt vervangen door papier dat geschikt is voor de afdrukinstellingen en wilt doorgaan met afdrukken/kopiëren.

  1. Controleer de afdrukinstellingen en selecteer Volgende (Next).

  2. Selecteer Vervang het papier en druk af (Replace the paper and print).

  3. Plaats papier dat is opgegeven in de afdrukinstellingen in de achterste lade / cassette.

    • Wanneer u het papier in de achterste lade wijzigt:

    • Wanneer u het papier in de cassette wijzigt:

  4. Registreer de papierinformatie (papierformaat en mediumtype) bij de printer.

    • Wanneer het papier in de achterste lade wordt gewijzigd:

      Selecteer Wijzigen (Change) en registreer de papierinformatie (paperformaat en mediumtype) van het papier dat in de achterste lade is geplaatst correct bij de printer.

    • Wanneer het papier in de cassette wordt gewijzigd:

      Selecteer Wijzigen (Change) en registreer de papierinformatie (paperformaat en mediumtype) van het papier dat in de cassette is geplaatst correct bij de printer.

Afdrukken zonder papier en afdrukinstellingen te wijzigen

Volg de onderstaande stappen als u bijvoorbeeld wilt doorgaan met afdrukken/kopiëren terwijl het papier dat in de achterste lade is geplaatst en de papierinformatie die bij de printer is geregistreerd niet overeenkomen.

Belangrijk

  • Het afgedrukte resultaat heeft mogelijk niet de beoogde kleur of grootte.
  1. Selecteer Volgende (Next).

  2. Selecteer Afdrukken met geplaatst papier. (Print with the loaded paper.).

    Opmerking

    • Afhankelijk van de instellingen van uw printer wordt Afdrukken met geplaatst papier. (Print with the loaded paper.) mogelijk niet weergegeven.

Meldingen uitschakelen voor de fout 2113

Volg de onderstaande stappen als u de functie voor het detecteren van onjuiste papierinstellingen wilt uitschakelen.

  1. Selecteer (Instellingen (Setup)) op het HOME-scherm van de printer.

  2. Selecteer Invoerinstellingen (Feed settings).

  3. Selecteer Onjuiste papierinstelling detect. (Detect paper setting mismatch).

  4. Selecteer Inactief (Disable).